vrijdag 12 april 2019

Een zoon voor de Führer

Ik heb altijd gedacht dat Florrie Rost van Tonningen de ultieme foute vrouw was tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Ze was de echtgenote van Meinoud Rost van Tonningen, een van de kopstukken van de NSB. Na diens arrestatie en daaropvolgende zelfmoord kort na de bevrijding heeft zij tot het einde van haar leven – ze overleed in 2007 – de zaak van de NSB en de Nazi’s met verve verdedigd. Ze deinsde er niet voor terug om in interviews op de televisie Hitler een ‘ziener’ te noemen. Door haar optreden in de media werd zij alsnog het gezicht van collaborerend Nederland. Haar bijnaam was de ‘Zwarte Weduwe’, naar de kleur van de uniformen van de NSB.

Maar sinds kort weet ik beter. Julia Op ten Noort, een vriendin van het echtpaar Rost van Tonningen, was de vrouw die nóg fanatieker samenwerkte met de bezetter. Ze mag minder bekend zijn, maar in de keuzes die zij vóór en in de oorlog maakte ging ze veel verder dan Florrie Rost van Tonningen. Al op een van de eerste bladzijden van Een zoon voor de Führer. De nazi-utopie van Julia Op ten Noort vat Roel van Duijn het bondig samen: ‘Julia Op ten Noort […] was een Nazi van het allerzuiverste soort. Wat zij nastreefde, was de triomf en bloei van het Noordse ras in een Groot-Germaans rijk. Niet alleen zouden dan Joden en andere ‘lage’ elementen verwijderd zijn, maar ook zou de kwaliteit van het overwinnende ras zelf almaar zuiverder worden, doordat de ‘goede’ vrouwen nog uitsluitend geslachtsverkeer zouden hebben met mannen die onomstotelijke bewijzen konden van ‘Arische’ oorsprong te zijn. Het was haar oprechte, bloedzuivere utopie.’

Julia Op ten Noort wordt in 1910 geboren in een familie van stand. Haar vader, jonkheer Carel Godfried Op ten Noort, was directeur van de indertijd grootste bierbrouwerij van Nederland, De Gekroonde Valk. Na een grotendeels in Baarn doorgebrachte jeugd verhuist Julia met haar familie naar het landelijke Vorden, ver weg in Gelderland. Hierdoor moet ze na drie jaar gymnasium op haar zestiende stoppen met haar schoolopleiding, haar belangrijkste tijdverdrijf is vanaf dan sporten. Van Duijn schetst hoe zij enkele jaren later als jonge vrouw in de ban komt van de ‘Oxfordgroep’, een evangelische beweging onder leiding van de charismatische Amerikaanse dominee Frank Buchman. Zijn leer is populair in adellijke kringen in het oosten van het land. Julia, wiens moeder een diep religieuze vrouw was, is opgegroeid met het idee dat geloof zin kan geven aan het leven, dus heel vreemd is haar bekering niet. In 1932 en 1933 maakt ze zelfs een missiereis van de Oxfordgroep  naar de Verenigde Staten mee. Daar voelt ze zich, ijverend voor de goede zaak, als herboren. Ze is dan 23 jaar oud.

In de jaren erna reist Julia met Buchman ook naar plekken in Europa, onder andere naar Duitsland. Daar ontmoet ze voor het eerst hooggeplaatste Nazi’s, onder andere Heinrich Himmler. Met hem klikt het, en haar latere carrière in de partij zal dan ook mede door zijn steun tot stand komen. Door een bezoek aan de Duitse Vrouwenbond (Frauenschaft) raakt Julia enthousiast over de nieuwe rol van de vrouw in de nieuwe, door de Nazi’s beoogde maatschappij. Haar lidmaatschap van de NSB in de zomer van 1937 is een volgende stap, en vanaf dat moment onderschrijft ze officieel de partij-ideologie. Van Duijn, die je als lezer laat meekijken bij zijn speurtocht in archieven en gesprekken met nazaten, maakt voor zover dat mogelijk is inzichtelijk hoe de stappen die Julia in deze jaren zet met elkaar samenhangen. In 1938 is zij betrokken bij de oprichting van de Nationaal Socialistische Vrouwen Organisatie, waarvan zij de adjunct wordt en de vormingsleidster. Regelmatige bezoeken aan de partijdagen in Neurenberg worden voor haar betaald door haar goede vriend Heinrich Himmler, inmiddels Reichsführer SS.

Julia trouwt niet. Wel heeft zij af en toe een relatie met een man, maar lang duurt dat meestal niet. In de zomer van 1943 blijkt ze zwanger. Van wie? Van Duijn brengt het aantal kandidaten terug tot drie. Een daarvan is Heinrich Himmler, hoewel dat van de drie de minst waarschijnlijke lijkt. Julia, die inmiddels directrice is van de door haarzelf opgerichte Reichsschule für Mädel in het Limburgse Heythuysen, vlakbij Valkenburg, realiseert zich dat zij aan haar Arische leerlingetjes niet het voorbeeld van de ongetrouwde moeder kan voorschotelen, en bedenkt een oplossing. Daarin wordt ze gesteund door het bureau van Himmler. In november 1943, wanneer ze haar dikkere buik niet meer kan verhullen, neemt ze haar intrek in een Lebensborn Heim in het zuiden van Beieren.  Het Lebensborn was een door Himmler bedacht geheim project dat ten doel had de kwaliteit van het Germaanse ras te perfectioneren. Arische vrouwen lieten er een kind bij zich verwekken door SS-soldaten, rasechte Germanen dus. In het Heim heeft Julia het reuze naar haar zin, ze vindt het een comfortabele omgeving en in ideologisch opzicht een inspirerende plek. In februari 1944 bevalt ze er van een zoon, die ze Heinrich noemt.

Van Duijn heeft zijn speurtocht niet beperkt tot de oorlogsjaren en de aanloop ernaartoe. In de veronderstelling dat ook de naoorlogse jaren van Julia en haar zoon antwoorden kunnen opleveren heeft hij doorgezocht. En met resultaat. Waardoor een compleet, rijk geschakeerd beeld is ontstaan van een leven dat werd verscheurd door een passie voor de verkeerde zaak.

En ter afsluiting nog dit. Roel van Duijn is misschien het meest bekend als oprichter van de Provo en de Kabouterbeweging, tijdens de woelige jaren zestig in Amsterdam.  Hij weet dus uit ervaring hoe het is om een toekomstvisie voor de maatschappij te hebben, en die hartstochtelijk graag te willen realiseren. Af en toe in de lopende tekst, en in een uitvoerige epiloog, laat hij ons in zijn eigen ziel kijken, meebeleven hoe hij de geschiedenis van Julia ondergaat terwijl hij die blootlegt. Dat is een ongewone werkwijze voor een biograaf, maar maakt mooi zijn fascinatie voor zijn onderwerp zichtbaar.

Roel van Duijn
Een zoon voor de Führer. De nazi-utopie van Julia Op ten Noort
320 blz
Boom

Geen opmerkingen: