Sommige schrijvers neem ik al heel mijn leven mee. Hun boeken las ik vóór ik twintig was en sindsdien ben ik ze blijven volgen. Remco Campert is zo iemand. Zijn vroege werk was in overvloed te vinden op mijn leeslijst. Dat was in het midden van de jaren zeventig. Ik weet nog dat het mij indertijd fascineerde hoe iemand zo helder en geestig de veranderende maatschappij beschreef, nét voordat ik dat bewust kon meemaken. Mijn beeld van de late jaren vijftig en de zestiger jaren is dan ook sterk bepaald door boeken als Het leven is verrukkulluk en Liefdes schijnbewegingen. Na het verschijnen van Een knipperend ogenblik, Camperts biografie (zie dit blog, 14 december 2018), heb ik er enkele herlezen. Niet alleen uit nostalgie, maar ook om de heerlijke zorgeloosheid van toon en de vlinderachtige stijl.
Tjeempie! of liesje in luiletterland is misschien wel een van de grappigste titels. Het verscheen in 1968, de auteur noemt zichzelf remko kampurt. De maatschappij is van zijn ankers geslagen, alle regels waaraan we ons hielden zijn overboord gegooid, lijkt de spelling van zijn naam te zeggen. Dit uitgangspunt wordt in het boek consequent volgehouden: prussies is precies, stasjonsplein is Stationsplein, lufpowezie is liefdespoëzie enzovoorts.
Tjeempie! is de uitroep die de vijftienjarige Liesje gebruikt wanneer ze onder de indruk is van iets. Op haar school in Wassenaar heeft de leraar alle leerlingen een taak meegegeven voor in de Paasvakantie. Liesje moet moderne schrijvers ontmoeten en daar een verslag van maken. Ofschoon haar moeder haar dit verbiedt – moderne schrijvers vormen immers het uitschot van de maatschappij, denken alleen maar aan seks en haar dochter zal aan de taak dus ten gronde gaan – glipt Liesje het huis uit en neemt de trein naar Amsterdam. Want dat is de plek waar de moderne schrijvers wonen, dat weet ze wel.
In Amsterdam blijkt inderdaad de hele wereld losgeslagen te zijn. De sfeer is enerzijds rellerig, maar tegelijk doortrokken van flower-power. Seks kent er geen drempel. In dat laatste is Liesje na de opmerking van haar moeder zeer geïnteresseerd, ze vraagt alle schrijvers die ze ontmoet dan ook ‘wat is seks?’ Het blijkt een ongewone maar effectieve openingszin te zijn.
Campert voert in Tjeempie! enkele van zijn vakgenoten op, daarbij hun imago sterk aanzettend. Jan Cremer is ‘Het Roofdier’ dat kroegen afstruint op zoek naar een prooi. Harry Mulisch is de ‘Best Gekapte Schrijver van Nederland’ die een dagelijks spreekuur aan huis heeft waar hij vrouwen van hun complexen afhelpt. Hij leert Liesje dat de daad niets meer is dan een filosofisch concept. Simon Vinkenoog en echtgenote runnen als Pim en Mien een ‘ lufsenter’ en Gerard Reve heeft een korte maar uiterst vermakelijke bijrol als ‘moeizame ploeteraar in de wijngaard des Heren’. Zelf figureert Campert als de verlegen fietser die af en toe Liesje tegen het lijf loopt en zich zorgen om haar maakt.
Na ruim veertig jaar bezorgde dit boek me opnieuw enkele uren uitbundig leesplezier. Alleen de omslag al – mijn editie is uit 1968, het jaar van verschijnen - is een statement. Tegenwoordig zou een uitgeverij zo'n cover vermoedelijk niet meer aandurven. De jaren zestig zijn voorgoed voorbij.
remko kampurt
tjeempie! of liesje in luiletterland
142 blz
de bezige bij
Geen opmerkingen:
Nieuwe opmerkingen zijn niet toegestaan.