De mooie reeks met Nederlandse auteurs waaraan uitgeverij Van Oorschot enkele jaren geleden begon vermindert mijn stress in dit opzicht. Ze is uitgegeven zoals ik het graag zie - uitgevoerd in dundruk, gebonden mét een leeslint - en bovendien bevat iedere uitgave een selectie van het beste van de auteur. Met één boek herlees je als het ware een heel oeuvre. Dat heb ik dan ook gedaan met het meest recente deel in de reeks, Sterk verdund van Kees van Kooten.
De titels van de oorspronkelijke bundels met columns en korte verhalen klinken vertrouwd: Koot droomt zich af, Koot graaft zich autobio, Treitertrends enzovoorts. Ze verschenen vanaf de tweede helft van de jaren zeventig. De beginjaren van het Simplistisch Verbond. De creatieve energie spat van veel columns af.
Zo'n bloemlezing is een feest van herkenning. Veel van de stukjes dacht ik vergeten te zijn, maar na een bladzijde of zo kwam het vaak weer terug. Wat mij het sterkst trof was dat ze zo persoonlijk zijn. De formuleringen, de humor, het gevoel van menselijkheid: het is Kees van Kooten zoals je hem kent, ten voeten uit.
Heb ik favorieten onder de ruim zestig stukken in deze bundel? Jazeker. Bij het wat langere verhaal over de familievakantie per camper, waarin het chemisch toilet - de poepkoffer - een grote rol speelt schoof ik gierend van de bank. Ook 'Uitgekookt', over een sterrenchef die het niet meer ziet zitten, zich vervolgens realiseert dat hij nooit zo lekker at als bij zijn moeder thuis en dat gegeven dan kiest als het concept van zijn nieuwe restaurant is een juweeltje. De colums waarin zijn jeugd, ouderlijk huis en zijn tienerjaren in Den Haag figureren zijn doortrokken van een subtiel verwoordde weemoed.
Vier dagen lang bevond ik mij zo'n twintig tot bijna veertig jaar terug in mijn leesleven. Heel relaxed, moet ik toegeven.
Kees van Kooten
Sterk verdund
288 blz
Uitgeverij Van Oorschot