De geschiedenis is bekend. Op 15
maart van het jaar 44 v. Chr. wordt Julius Caesar in Rome vermoord. Omdat hij
zelf geen wettelijke erfgenamen heeft, is zijn achterneef Gaius Octavius door
hem aangewezen als zijn belangrijkste erfgenaam. Uit Caesars testament blijkt bij
opening dat hij hem zelfs heeft geadopteerd, waardoor deze niet alleen Caesars
vermogen erft maar ook de titel Caesar. Wanneer Gaius Octavius dit bericht
verneemt is hij op veldtocht in Appolonia in Illyria, op de Balkan. Hij is dan
negentien jaar oud. Hij keert direct terug naar Rome, maar kan niet zomaar de
hem toekomende positie opeisen. Caesars opperbevelhebber, generaal Marcus
Antonius, probeert hem op slinkse wijze op een zijspoor te loodsen omdat hij
zelf de positie van Caesar wil innemen. De Republikeinse fractie, onder de
sterke Caesar noodgedwongen naar de marge verbannen, wil de oude
‘democratische’ situatie herstellen en heeft geen behoefte aan een sterke man.
De strijd die daarop volgt zal tot 31 v. Chr. voortduren. Pas dan heeft Gaius
Octavius al zijn tegenstanders uitgeschakeld, waaronder ook de moordenaars van
Caesar. Vier jaar later wordt hij door de senaat benoemd tot princeps (eerste
burger), waarmee hij eindelijk de macht in handen heeft. Ook krijgt hij dan de
naam Augustus, ‘de verhevene’. Na bijna een eeuw van onrust en burgeroorlogen
breekt een tijd van vrede aan in het Romeinse Rijk, de zogenoemde Pax Augusta.
Het verhaal mag dan bekend zijn, toch zindert de roman van de spanning. Ik denk dat dit vooral te danken is aan
de vorm die Williams heeft gekozen. Hij vertelt het verhaal middels brieven,
dagboekfragmenten en uittreksels uit militaire bevelen en handelingen van de
senaat. Daardoor zijn veelal de betrokkenen of ooggetuigen zelf aan het woord, je maakt als
lezer heel direct mee wat er gebeurt. Tegelijk wordt er van jou als lezer wel
enige concentratie verwacht bij het aan elkaar knopen van de fragmenten. Je moet
bij de les blijven. Ook de veelheid aan namen vergt, zeker in het begin, oplettendheid. Een lijstje aanleggen helpt, bleek mij.
Je krijgt voor die inzet veel
terug. Williams lijkt er in geslaagd ieder fragment, iedere persoon, een eigen
toon mee te geven. De hooghartige en overmoedige Marcus Antonius klinkt heel
anders dan de staatsman Cicero. Augustus' vriend en adviseur Maecenas slaat een
andere toon aan dan de hoge militair Marcus Agrippa, ook een vertrouweling van
Augustus. Livia, de derde echtgenote van de keizer, en de Egyptische koningin
Cleopatra, de minnares van Marcus Antonius, komen over als de zelfbewuste
vrouwen die zij waarschijnlijk waren. Maar het mooist van al zijn de fragmenten
uit het dagboek van Julia, de dochter van Augustus uit zijn tweede huwelijk.
Zij kijkt terug op haar leven tijdens een vijfjarig verblijf op het eiland
Pandateria, waarnaar zij in het jaar 2 v. Chr. door haar vader is verbannen
vanwege het overtreden van de wetten op overspel. Haar verhaal - zij werd door
haar vader om dynastieke redenen driemaal uitgehuwelijkt aan een politieke
bondgenoot - laat mooi zien hoe Augustus het belang van Rome vóór alles stelde,
ook voor het welzijn van zichzelf en zijn familie.
In de zomer van het jaar 14 na
Chr. begeeft Augustus zich per schip naar zijn geliefde eiland Capri. Hij voelt
zijn einde naderen. Het is het moment om de balans op te maken. Hij is dan voor
het eerst zelf uitgebreid aan het woord. Op een zonovergoten, spiegelgladde
Middellandse Zee probeert hij de essentie van zijn keizerschap onder woorden te
brengen, maar ook dat van zijn bestaan als echtgenoot, vader, mens. De omgeving
is een-en-al poëzie, de overpeinzingen zijn vol wijsheid, inzicht, berusting.
Groots. Dit slot is Williams op zijn best, het herinnert aan de meest
indrukwekkende passages uit Stoner en Butcher's Crossing.
Tijdens het beluisteren van dit
door Jan Donkers ingetogen voorgelezen boek moest ik regelmatig denken aan die
andere grote keizersroman: Hadrianus’ Gedenkschriften van Marquerite Yourcenar.
Het gaat om een andere keizer, maar verder zijn de overeenkomsten talrijk: de
persoonlijke herinneringen, de briefvorm, de ietwat formele schrijftrant, de
onderhuidse spanning. Williams schreef slechts vier romans, waarvan er nu drie
in het Nederlands zijn vertaald. Of die vierde – zijn vroegste – ook in een
vertaling komt is maar de vraag. Dus wanneer Augustus u bevalt, en u hebt de
andere romans van Williams ook al gelezen, zou mijn leestip zijn om de roman
van Yourcenar eens te kopen of te lenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten