De waarheid is vaak ongrijpbaar,
zeker wanneer een gebeurtenis zich lang geleden heeft afgespeeld. Dat merkte
Jan Brokken toen hij onderzoek deed naar een voorval dat zich eind 1944
afspeelde in Rhoon, een dorp op het Zuid-Hollandse eiland IJsselmonde, net
onder Rotterdam. Bij dat voorval kwam een Duitse militair om het leven. Tijdens
het onderzoek werden 185 mensen ondervraagd, de meeste van hen toenmalige
inwoners van Rhoon: ooggetuigen, betrokkenen en kinderen daarvan. Ook de officiële documenten werden bestudeerd. Dit alles leverde een uiterst
gedetailleerd beeld op van de gebeurtenissen en de directe gevolgen daarvan.
Maar de vraag of het voorval een doelbewuste sabotageactie was of slechts een ongelukkige
samenloop van omstandigheden kon Brokken uiteindelijk niet met zekerheid
beantwoorden.
Dit gebeurde er: op de avond van
10 oktober 1944 lopen de zussen Sandrien en Dien de Regt in
gezelschap van de Duitse militairen Ernst Friedrich Lange, Walter Loos en Heinz
Willems, terug naar huis na een feestje te hebben bezocht. Op de dijk bij het
sluisje in Rhoon stoot Ernst Lange tegen een loshangende hoogspanningskabel en
krijgt 500 volt door zijn lichaam. Hij en de kabel plakken aan elkaar. Zijn
maat Walter Loos roept in paniek hulp in bij enkele omwonenden, vraagt om een tang om de
kabel los te knippen. Tevergeefs, men heeft zo’n tang niet of beroept zich op
het verbod zo’n kabel zonder toestemming door te knippen. Lange overlijdt. Als
vergelding pakken de Duitsers zeven willekeurige mannen op, vooral omwonenden,
en zetten hen de volgende dag voor het vuurpeloton. Hun huizen worden in brand
gestoken, hun gezinnen raken alles kwijt.
Jan Brokken (1949) heeft een
groot deel van zijn jeugd doorgebracht in Rhoon. Zijn vader was er dominee. Hij
weet van de impact die de gebeurtenis heeft gehad op het dorp. Toch heeft hij
het onderzoek niet zelf uitgevoerd, de meeste gesprekken zijn gevoerd door zijn
oude schoolvriend Bert G. Euser, die hij in het boek dan ook uitvoerig bedankt.
Die overvloed aan gesprekken levert
heel veel persoonlijke geschiedenissen op. Voor mij is dit wel het meest
bijzondere aan dit boek: dat Brokken, door minder of meer uitvoerig de levens
van enkele tientallen personen te schetsen, een rijk geschakeerd beeld geeft
van de oorlog in Rhoon. Het voorval met de hoogspanningskabel blijft steeds de
kern, maar daaromheen zweeft een context die minstens zo interessant is. Soms
schiet hij daarin door - meestal in de
tweede helft van het boek – maar dat neem je voor lief omdat toch uit iedere
persoonlijke beleving weer een stukje van de puzzel in beeld komt.
Nederlanders blijken zelfs in een
klein dorp als Rhoon heel verschillend
te reageren op de bezetting. Vanzelfsprekend is er de verzetsgroep: moedige
mannen die met gevaar voor eigen leven een guerrilla voeren tegen de Duitsers.
Meestal gaat het om een speldenprik, soms om een stevige actie. Moedig wordt
soms overmoedig, soms zelfs onbezonnen wanneer het risico van represailles niet opweegt tegen het beoogde doel.
Daarnaast zijn er de NSB’ers. En ook mensen die bewust in een grijs gebied opereren,
zoals de burgemeester die in zijn streven de situatie onder controle te houden regelmatig
een kopje koffie gaat drinken met de Duitse commandant. Heel veel mensen houden
zich gedeisd, bang gevaar te lopen. En behoorlijk wat meisjes, zoals Sandrien
en haar zus Dien, laten zich verleiden tot omgang met Duitsers.
Dirkje Veth-De Ruyter hoort ook in
die categorie. Voor de oorlog was ze getrouwd met Arend-Jan Veth. Deze diende
in het Nederlandse leger en vluchtte na de capitulatie halverwege mei naar Engeland.
Achtergebleven met drie kleine kinderen – waarvan een geestelijk gehandicapt –
en zonder werk, zonder uitkering – haar situatie viel buiten elke regeling –
nam Dirkje in de eerste oorlogsjaren verscheidene baantjes aan zonder dat dit
haar een behoorlijk inkomen opleverde. In 1944 nam ze schoonmaakwerk aan in een
kasteel waar officieren van de Luftwaffe waren gelegerd. Ook organiseerde ze
bij haar thuis feestjes voor Duitse militairen en Nederlandse vrouwen. Sandrien
en Dien keerden terug van zo’n feest toen hun vriend Ernst Friedich Lange tegen
de stroomkabel opliep. Dat schoonmaakwerk en die feestjes gaven wat soelaas,
maar toen Dirkjes echtgenoot na de bevrijding terugkeerde waren de rapen gaar.
Ook de rechtbank waarvoor ze na de bevrijding moest verschijnen kende geen
pardon. Zelf vond ze dat ze door de omstandigheden was gedwongen tot haar
gedragingen, de rechter zag dat anders.
Dit verhaal is er één van vele.
De vergelding. Een dorp in tijden van oorlog is ook veel meer dan een verslag van een mogelijke aanslag op
Duitse militairen en de gevolgen daarvan. Het leest als een rapportage van hoe
een gemeenschap reageert op het oorlogsgeweld en op de bezetting van hun land, hun
streek en hun dorp. Brokken maakt die reacties door zijn uitgebalanceerde,
ingetogen vertelling heel tastbaar. Zelfs wanneer een situatie zo absurd is
dat je het nauwelijks kan geloven. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de
vrijkoping van een van de gearresteerde gijzelaars, een jongen. Zijn vader weet
hem voor de kogel te behoeden en betaalt daarvoor met twee vette varkens.
Brokken gaat uitvoerig in op de door de Duitsers gewenste onderliggende
administratieve verwerking van die transactie: de overdracht van de varkens
moet een gewone aankoop lijken, alle schijn van het overhandigen van losgeld
moet worden vermeden. De Gestapo zou er eens achter kunnen komen.
Ik las het luisterboek,
voorgelezen door Jan Brokken zelf. Hij doet dat heel rustig, beheerst. Prettig
om naar te luisteren. Bij de passage over de laatste uren van de opgesloten gijzelaars wordt die voordracht, juist door het kalme karakter ervan, bloedstollend. Ik las nooit eerder iets van Brokken, maar ik vermoed dat
dit voor meer lezers van De vergelding opgaat. Daar gaat verandering in komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten