Een van mijn favoriete televisieseries is Blackadder, en dan vooral de vierde en laatste serie, Blackadder Goes Forth, die zich afspeelt in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. De volstrekte zinloosheid van het oorlogsgeweld wordt zichtbaar gemaakt door de hoofdpersonen in kolderieke situaties te plaatsen. Dat klinkt vreemd, maar het werkt en heeft een hoogst komisch effect. Rowan Atkinson als Captain Blackadder, Hugh Laurie als zijn wat dommige rechterhand Lieutenant George, private Baldrick in de rol van duvelstoejager en daarboven uittorenend Stephen Fry als General Melchett, nooit in de loopgraven te vinden maar wel een veilige vijftig kilometer daarachter, nippend aan zijn champagne. De zesde en laatste aflevering eindigt met de drie mannen die de loopgraven uitstormen richting het mijnenveld en de vijand. In een aanval die ze vijf afleveringen lang hadden weten te vermijden. Het komische is dan verdwenen, je kijkt recht de afgrond in. Het script luidt: 'As they rise above the sandbags they are met by thunderous machine-gun fire. [....] They run on, brandishing their handguns. They will not get far.' De serie werd geschreven Ben Curtis en Ben Elton. Deze laatste heeft nu een boek geschreven waarin de oorlog opnieuw een grote rol speelt, ditmaal de Tweede Wereldoorlog en de aanloop ernaar.
Two Brothers is het verhaal van een Joods gezin in Duitsland in de jaren tussen 1921 en 1945, met een epiloog die zich afspeelt in Londen en Oost-Berlijn in 1956. Op 24 februari 1921, de dag waarop in München de Nazipartij wordt opgericht, worden in een Berlijns ziekenhuis twee jongens geboren, een tweeling. Een van de jongetjes blijkt doodgeboren. Tegelijkertijd overlijdt in een van de andere verloskamers een alleenstaande vrouw bij de geboorte van haar zoontje. Omdat dit weesjongetje in het politiek en economisch roerige en arme Duitsland van die tijd een onzekere toekomst in een kindertehuis tegemoet zou gaan, bieden de arts en verpleegsters het kind aan de vrouw van de tweeling aan. Deze accepteert dit geschenk en verlaat met haar 'tweeling' het ziekenhuis. Frieda, zelfs een arts, en haar man Wolfgang, een jazzmusicus, besluiten niemand te vertellen dat een van de twee kinderen niet hun eigen kind is. Dat zal in de toekomst vergaande gevolgen hebben, want zelf zijn zij Joods en een van hun kinderen is dat dus niet.
Hun gehele jeugd weten de jongens, de Joodse Paulus en de volbloed Arische Otto, hier niets van. En naarmate ze ouder worden zien Frieda en Wolfgang steeds minder noodzaak het geheim te onthullen. De jongens groeien als een echte tweeling op: nauw met elkaar verbonden en zelfs beide verliefd op de Joodse Dagmar, dochter van een rijke Joodse zakenman. Pas wanneer na 1933 Joden in Duitsland meer en meer worden buitengesloten en als een minderwaardige bevolkingsgroep worden behandeld, realiseren Frieda en haar man zich langzaamaan dat het eerlijker zou zijn om hun niet-Joodse kind de waarheid te vertellen en hem zodoende te vrijwaren voor verdere vernederingen en discriminatie. Maar de jongens gaan na deze onthulling nog een stap verder: zou de familie niet beter beschermd kunnen worden tegen het naderende onheil wanneer een van hen lid zou zijn van de SS? Dus zou werken in het hol van de leeuw? En wie zou dat dan moeten zijn? De Arische, de meest geschikte? Durven ze een persoonsverwisseling aan?
Halverwege zijn roman heeft Elton hiermee alle stukken hun plaats op zijn schaakbord gegeven, het eindspel kan beginnen. Dat is bijzonder spannend, ik ervoer het boek als een echte page-turner. Het tweede deel van het verhaal zit zo vol onverwachte wendingen dat die soms wat ongeloofwaardig overkomen. Elton is daarin als auteur wel heel sturend aanwezig. Dat het verhaal deels wordt verteld door een van de broers die in Londen woont en daar in 1956 wordt benaderd door de Oost-Duitse geheime dienst is een mooie vondst.
Elton heeft de geschiedenis van de familie en de gebeurtenissen in het Duitsland van de jaren twintig, dertig en veertig mooi met elkaar verweven. Zijn stem is in de historische toelichtingen soms wat schoolmeesterachtig, maar in de passages waarin hij beschrijft hoe de situatie ingrijpt in het leven van Frieda, Wolfgang en hun kinderen treft hij precies de goede toon. De gruwelijke taferelen tijdens de Kristallnacht die een van de zoons als SS'er meemaakt, Wolfgangs moedige besluit niet langer zijn gezin een blok aan het been te zijn, Frieda's bewuste keuze om een groep Joodse kleuters die tijdens een razzia uit een schooltje worden gehaald te begeleiden op hun deportatie: het zijn diep-tragische momenten die door Elton heel indringend worden verteld. Het zijn die passages die je als lezer lang bijblijven. Zoals ik na bijna vijfentwintig jaar ook de slotscène van Blackadder nog helder voor ogen heb.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten