Omstreeks 1980 had Gerard Reve zijn beste jaren als schrijver achter de rug. Romans van betekenis schreef hij niet meer, Moeder en Zoon uit 1981 is de laatste die nog enigszins de moeite waard is. De brievenboeken, met als hoogtepunten Brieven aan Josine M. (1981) en Brieven aan geschoolde arbeiders (1985), vormen de kern van zijn latere oeuvre. Maar die bundelingen bevatten vrijwel uitsluitend ouder materiaal. Als schrijver was hij opgedroogd, de creativiteit was verdwenen. Op zijn best herhaalde hij zichzelf.
In het laatste deel van zijn omvangrijke biografie Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven 3. De late jaren 1975-2006 maakt Nop Maas inzichtelijk hoe Reve worstelde met die situatie. Het schrijven ging moeizaam. Inspiratie had hij slechts zelden. Hij was vaak onzeker over de kwaliteit van zijn teksten. Zijn privéleven verliep chaotisch. De relatie met zijn vriend Joop Schafthuizen was een haat-liefde verhouding. Reve genoot van de georganiseerde wijze waarop Schafthuizen het huishouden bestierde, maar kon vaak niet schrijven in diens aanwezigheid en klaagde erover dat Schafthuizen hem geen eigen (werk)ruimte liet. Ruzie, dronken vechtpartijen en korte perioden van scheiding waren het gevolg. Maar ze konden ook niet zonder elkaar.
Ondanks dit getob en de meestal negatieve kritieken op zijn nieuwe werk ging het Reve in financieel opzicht beter dan vroeger. Zijn bestaande oeuvre werd geregeld herdrukt, filmrechten wist hij slim te verkopen en Schafthuizen haalde Reve ertoe over om via veilingen manuscripten en brieven te gelde te maken. Ze woonden een groot deel van het jaar in Frankrijk, afgewisseld met perioden in Schiedam en in Harwich, in een huisje dat Reve in een opwelling kocht. In 1993 vestigden ze zich in het Belgische Machelen. Eind jaren negentig openbaarden zich bij Reve de eerste verschijnselen van dementie, in 2006 overleed hij in een verpleeginrichting.
Treurigheid troef, dat was mijn gevoel bij het lezen van dit deel van de biografie. Stuurloos, richtingloos, het leven als een grotendeels zinloze en vreugdeloze exercitie. Een beetje het gevoel dat het lezen van De avonden oproept. Maar omdat Nop Maas het leven van Reve uitvoerig vastlegt - de complete biografie omvat bijna 2.300 bladzijden - is er ook veel vermakelijks te lezen. Het gemarchandeer met de uitgevers was voor mij een hoogtepunt. Reve was nooit een honkvaste auteur, maar in deze periode speelde hij ze allemaal tegen elkaar uit. Zijn brieven aan Geert van Oorschot zijn meesterlijk. Het vilein druipt er vanaf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten