De jonge Rensing, eenentwintigjarige zoon van een slager in een kleine provinciestad in het noorden van het land, heeft zo´n cursus nooit doorlopen. Het zou ook geen zin hebben, want hij gelooft heilig in de missie van de slager om de klanten uitsluitend vlees van superieure kwaliteit voor te zetten. Vlees dat volgens de meest verfijnde snij- en hakkunst is verwerkt. Al op de Slagersvakschool waren zijn docenten onder de indruk van zijn behendigheid daarin.
Wanneer Rensing sr. overlijdt neemt junior de zaak over. Nu niemand hem meer tegenhoudt – zijn moeder volgt het bedrijf op afstand – koopt hij de mooiste runderen, in zijn vitrines ligt uitsluitend topvlees. Vlees met een prijskaartje, dat wel. Maar wie wil er nu niet de buidel trekken voor een goddelijk stuk vlees? Bijna niemand, blijkt al snel. Daarentegen vliegt het vlees bij de supermarkt om de hoek uit de vitrines. De meeste klanten proeven het verschil nauwelijks, en wie dat onderscheidt wel kan maken schrikt toch echt terug voor de prijzen bij de slager. Wat de jonge Rensing ook probeert – tot een drive-in slagerij aan toe – de loop komt er niet in. De zaak stevent af op een faillissement.
Ossenkop is de eerste roman van Manik Sarkar (1973). Tot nu toe was hij werkzaam als vertaler uit het Engels en Frans, en vertaalde hij werk van onder andere Philippe Claudel en Joël Dicker. Ook geeft hij les op de Vertalersvakschool in Amsterdam. Voor een debuut zou ik Ossenkop een stevig voldragen tekst willen noemen. Er staat geen woord teveel in, een spaarzaamheid die wellicht (goede) vertalers eigen is? Een roman als deze, die toch meerdere statements maakt - vleesindustrie, macht van de supermarkten – mag je wat mij betreft toch wel een activistisch tintje meegeven. Dat doet Sarkar dan ook, in de laatste twee bladzijden. Een ijzersterke apotheose.Manik Sarkar / Ossenkop / 173 blz / Hollands Diep, 2024

