donderdag 10 januari 2019

Wolkers en zijn biograaf

In september 2006 ontving Onno Blom wat hij zelf noemt ‘de opdracht van mijn leven’. Tijdens een bezoek aan Jan en Karina Wolkers, in hun opvallende landhuis Pomona op Texel, vroeg de hoogbejaarde schrijver hem om diens biografie te schrijven. Blom was de koning te rijk, hij was al enige tijd op zoek naar zo’n ‘meesterproef’, een opdracht waar hij serieus zijn tanden in kon zetten. En op een gedegen biografie van Wolkers zou hij ook kunnen promoveren, realiseerde hij zich. Dat Wolkers toezei hem vrije toegang te geven tot zijn literaire en persoonlijk archief, geen geheimen voor hem achter te houden, was het meest ideale uitgangspunt dat hij zich kon wensen. Ze spraken af dat de kersverse biograaf zou gaan grasduinen in dat archief, en dat hij Wolkers van tijd tot tijd zou interviewen over zijn vondsten. Maar voordat het eerste ‘officiële’ vraaggesprek kon plaatsvinden overleed Wolkers, in oktober 2007. In Zo is het genoeg. Het laatste jaar van Jan Wolkers wordt ons een blik gegund op het jaar waarin Blom intensief contact had met Wolkers, wat het laatste jaar van diens leven bleek te zijn. Het is een heel persoonlijk document, je zou het misschien het beste een liefdevol souvenir kunnen noemen.

Het schrijven van de biografie bleek een klus van monumentale proporties te zijn. Blom, die zijn tijd noodgedwongen ook aan andere klussen besteedde om rond te kunnen komen, zou er ruim tien jaar over doen. Op 19 oktober 2017, op de dag af tien jaar na het overlijden van Wolkers, verscheen Het litteken van de dood. De biografie van Jan Wolkers (zie dit blog 17 december 2017). Enkele jaren eerder was Blom begonnen met enige regelmaat een column te schrijven voor de Volkskrant, waarin hij verslag deed van zijn lotgevallen als biograaf. Ook dit project bedacht hij vanzelfsprekend vanwege de financiën, maar het gaf hem tevens een platform om gebeurtenissen en anekdotes uit het leven van zijn onderwerp te publiceren waarvoor geen plaats was in de biografie. En om zijn werk als biograaf toe te lichten, lezers deelgenoot te maken van de opwindende momenten en valkuilen die daarmee gepaard gaan. Veel van die stukken zijn nu gebundeld in Memoires van een biograaf. In de voetsporen van Jan Wolkers. Voor wie de biografie heeft gelezen geeft het een interessant kijkje in de keuken. Voor wie door de ruim 1.100 bladzijden dikke biografie wordt afgeschrikt is het een aardig alternatief.

Zo is het genoeg is een souvenir. In vijf hoofdstukken haalt Blom herinneringen op die hij en anderen hebben aan dat laatste jaar van Wolkers’ leven. Hij schetst uitvoerig diens dagindeling, die een vrij vast en uiterst kalm tempo had. Wolkers was een groot deel van zijn leven een driedubbel-kunstenaar – beeldhouwer, schilder en schrijver, in die volgorde, zei hij zelf altijd – maar in het laatste jaar lukte alleen het schilderen nog, zij het steeds moeizamer. Beeldhouwen was fysiek helemaal onmogelijk, en voor schrijven ontbrak hem de wil en/of concentratie. Omdat reizen hem ook te zwaar viel, kwamen zijn vrienden naar Texel. En die schrokken dan soms van zijn lichamelijke achteruitgang. Wanneer dan het einde komt in oktober 2007, ingeleid door ernstige wondroos aan zijn voet en gevolgd door de diagnose leverfalen, is het snel voorbij. Wolkers laat zich naar huis brengen, geniet nog een middag van zijn gezin en het uitzicht vanuit zijn huis, wordt moe, eet nog hapje van een boterham met jam, zegt dan ‘zo is het genoeg’, valt in slaap en wordt niet meer wakker.

Memoires van een biograaf is complexer van opzet. Ook hierin gaat Blom chronologisch te werk, van de opdracht tot het schrijven van de biografie tot en met de publicatie ervan, maar het is tegelijk een verkenning van het beroep van biograaf. Het leven van Wolkers, het onderzoek daarnaar, het proces van het in kaart brengen en de verantwoording daarvan vormen de kapstok. Maar de jas die daaraan hangt is die van de biograaf, waarmee het in zekere zin ook een biografie is van die biograaf. Blom ‘leeft’ ruim tien jaar met Jan Wolkers, en dat grijpt in je leven in, dat is niet te vermijden. Zonder opdringerig te worden geeft Blom zijn eigen ervaringen en denkbeelden dan ook een plek in het verslag van zijn werkzaamheden.

Je leest met hoeveel aandacht hij Wolkers omvangrijke archief uitpluist en vondsten zorgvuldig analyseert, ze het begin laat zijn van een verdere speurtocht. Het biografische handwerk volgt een vooropgezette planning, de toevallige vondsten of ontmoetingen geven hem energie om door te gaan. Omdat bij Wolkers de romans en verhalen zo sterk zijn verweven met zijn persoonlijke leven, ontmoet Blom ook Wolkers’ literaire creaties in het ‘echt’. Zoals zijn ex-vrouw Annemarie, door hem vereeuwigd als Olga in Turks fruit.

Blom heeft een prettige stijl van schrijven die, in combinatie met zijn gevoel voor relativering, deze memoires zeer leesbaar maken. Een voorbeeld:

Vijftig jaar later, in de zomer van 2007, vlak voor zijn dood, sprak ik met Wolkers over het begin van zijn schrijverschap. We liepen samen door de achtertuin naar het schrijvershuisje. Binnen rook het zoet en schimmelig.
Hij nam plaats achter zijn werktafel en streek met zijn oude handen, die pijnlijk waren en knoestig, en waarmee hij zijn eigen naam niet eens meer kon schrijven zonder te trillen, liefdevol over de toetsen van de Olivetti. Ik weet nog dat ik dacht: Horowitz achter de Steinway. Ik weet ook nog dat ik dacht: wat een theatrale gedachte. Die gaat de biografie niet halen.

Onno Blom
Zo is het genoeg. Het laatste jaar van Jan Wolkers
112 blz
De Bezige Bij
&
Onno Blom
Memoires van een biograaf. In de voetsporen van Jan Wolkers
privé-domein 299
248 blz
De Arbeiderspers