De Engelse auteur Jessie Burton debuteerde in 2014 met The Miniaturist, in Nederland verschenen als Het huis aan de Gouden Bocht (dit blog, 9 november 2014). Dat verhaal speelt zich af in het zeventiende-eeuwse Amsterdam. In haar onlangs verschenen tweede roman The Muse kiest ze opnieuw voor een historische setting, al ligt die nu wat dichterbij in de tijd. Het is een verhaal over een schilderij dat wordt gemaakt in het Spanje van nét voor de Burgeroorlog en dat opduikt in het Londen van de jaren zestig en door deskundigen wordt herkend als het werk van een inmiddels bijna vergeten genie. De vreugde over de ontdekking wordt echter wat getemperd door een aantal onduidelijkheden, zoals de herkomst en de rol van de muze van de schilder, die slechts bekend is van een foto van hen beiden in zijn atelier. Burton wisselt tussen beide verhaallijnen, waardoor je als lezer gaandeweg gaat vermoeden hoe de zaak in elkaar steekt. Dat houdt de spanning erin, temeer omdat het uiteindelijk tóch anders blijkt te zijn dan je dacht.
De verteller is Odelle Bastien, een jonge vrouw die in 1962 vanuit Trinidad naar Londen is gekomen. Ze werkt als schoenenverkoopster en probeert in haar vrije uren korte verhalen te schrijven. Aan het begin van het boek, in 1967, weet ze een baantje als typiste te bemachtigen in The Skelton Institute, een niet al te groot museum. Ze leert een jonge man kennen, Lawrie, die kort daarvoor een schilderij heeft geërfd van zijn moeder en daarover graag meer wil weten. Wanneer ze hem adviseert het schilderij te tonen aan de directeur van het museum en deze direct enthousiast is, komt het verhaal op dreef. Vooral omdat de vrouw die Odelle heeft aangenomen en zich opwerpt als haar mentor, adjunct-directeur Marjorie Quick, totaal van slag lijkt te zijn na het zien van het schilderij.
Dertig jaar eerder, in het zuiden van Spanje, heeft de Weense kunsthandelaar Harold Schloss een groot landhuis gehuurd. Hij verblijft daar met zijn echtgenote en hun dochter Olive. Zonder dat haar ouders ervan op de hoogte zijn heeft de kunstzinnige Olive zich aangemeld voor een prestigieuze kunstacademie in Engeland, is toegelaten maar maakt daar geen gebruik van. In plaats daarvan schildert ze in Spanje in het geheim heel krachtige, uitgesproken kleurrijke voorstellingen. Twee kinderen van de landeigenaar, de twintiger Isaac en de nog heel jonge Teresa, helpen in het huis. De politieke onrust in het land neemt met de week toe. Via de politiek actieve Isaac komt dat snel heel dichtbij.
Burton slaagt erin beide verhaallijnen en de belangrijkste personages overtuigend neer te zetten. Odelle, Marjorie Quick en Olive Schloss dragen het verhaal. De relatie tussen de eerste twee dames is van begin tot – dramatisch – einde spannend, evenals de manier waarop Olive zich in het verborgene artistiek uitleeft. Minder sterk zijn voor mij de scènes die betrekking hebben op het schilderij wanneer het museum daarmee aan de slag gaat. Die neigen enigszins naar effectbejag.
Al met al is dit een fijn boek voor tussendoor, professioneel in elkaar gezet. Net als in haar eersteling blijkt Burton ook hier een tijdsbeeld te kunnen neerzetten. The Miniaturist was een bestseller, er werd zelfs een televisieserie van gemaakt. Dat boek heeft dan ook, mede door de setting in het Amsterdam van Rembrandt en zeker ook het ietwat barokke verhaal, een X-factor. The Muse is ook een rijke, fantasievolle vertelling, maar tegelijk wat meer down-to-earth.
Jessie Burton
The Muse
446 blz
Picador
[ Nederlandse editie: De muze ]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten