donderdag 16 augustus 2012

Praag tijdens de oorlog

Vorig jaar las ik HhhH van Laurent Binet. Dat enkele jaren geleden geschreven boek gaat over de moord op Reinhard Heydrich, de Reichsprotektor in Praag tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het boek van Binet heeft een opmerkelijke structuur: in honderden korte hoofdstukken beschrijft hij de voorbereidingen voor de aanslag, de moord zelf én de totstandkoming van het boek. Over dit laatste aspect meldt hij dat hij een geweldig boek heeft gelezen dat ook over de moord op Heydrich gaat. Dat is Mendelssohn op het dak van Jiri Weil. Een boek dat al verscheen in 1960, een jaar na de dood van Weil.
Weil werd in 1900 geboren in Praag, werd in 1921 lid van de communistische partij en ging in Moskou werken als journalist. In de jaren dertig werd hij beschuldigd van een vijandige opstelling tegen Stalin, waarna hij terugkeerde naar Praag. Daar wijdde hij zich aan het schrijven. In de oorlog ontliep hij deportatie door zijn zelfmoord in scène te zetten. Na de oorlog publiceerde hij romans tot hij in 1959 overleed. Een bewogen en niet al te lang leven dus.
Mendelssohn op het dak opent met een absurde situatie: Heydrich heeft na een genoeglijke avond in het concertgebouw gezien dat zich onder de standbeelden die het dak van het gebouw sieren een beeld van Mendelssohn bevindt. Een Jood, dus hij geeft opdracht om dat beeld direct te verwijderen. De SS'er die met twee werklieden de klus moet klaren weet niet welk van de standbeelden dat van Mendelssohn is. Ten einde raad besluit hij het beeld met de grootste neus neer te halen. Dus leggen ze een strop om de nek van wat later Richard Wagner blijkt te zijn, maar dat gelukkig voor hen niet omvalt.
Dit absurde begin zet de toon voor een roman die mij bleef verrassen met onverwachte situaties, maar die wel snel grimmiger wordt. Weil schetst de lotgevallen van de bevolking onder de Duitse bezetting aan de hand van een handvol personages: een dokter in het ziekenhuis die door een ziekte verlamd is; een gemeenteambtenaar die door de omstandigheden en de ambtelijke molens vermorzeld dreigt te worden; een conservator van het Joodse museum; een verzetsman en twee ondergedoken meisjes wiens ouders gedeporteerd zijn. De voortdurende dreiging, de willekeur en de menselijke drama's in een bezette stad zijn indringend beschreven. Weil heeft het zelf meegemaakt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten