Beer vertelt het verhaal als een terugblik, zo’n tien jaar later, wanneer hij in Amsterdam woont en ook daar een herberg heeft. Hij heeft Antwerpen gedwongen moeten verlaten. Dat zijn gewoonte om zijn herberg heel gastvrij open te stellen aan alle partijen daarin een rol heeft gespeeld ga je al snel vermoeden. Maar Olyslaegers laat je lag in het ongewisse over de hoed en de rand, wat hem ruimte geeft om het beeld en de context langzaamaan in vullen.
Wildevrouw is een roman waarvan vooral de afzonderlijke taferelen mij zullen bijblijven, meer dan de lijn van het verhaal: De wintermarkt in het schemerdonker op het ijs, verlicht door fakkels; de oude Breughel, die op een van de wanden van de gelagzaal in de herberg uit de losse pols een tekening aanbrengt; de slachtpartij onder de bevolking wanneer het langverwachte oproer eindelijk uitbreekt; en veel, veel meer. En vanzelfsprekend de stem van Olyslaegers, het sappige Antwerps en de doorvoelde toon.
Jeroen Olyslaegers / Wildevrouw / 416 blz / De Bezige Bij, 2020