Er zijn van die projecten in de geschiedenis van de wetenschap waarvan
je je afvraagt hoe men daar ooit achter heeft kunnen staan. Een experiment van
de Russische wetenschapper Ilya Ivanov (1870-1932) hoort daar zeker bij. Ivanov
was zijn leven lang geobsedeerd door hybriden, kruisingen van twee diersoorten.
Hij meende dat hybriden wellicht tot een verbetering van soorten zouden kunnen
leiden. Vanaf 1924 deed hij ook verwoede pogingen een kruising tussen een mens
en een mensaap tot stand te brengen, waarvoor hij de medewerking kreeg van
het gerenommeerde Franse Institut Pasteur en de Russische overheid. In een
laboratorium in Frans-Guyana insemineerde hij menselijk sperma bij mensapen,
maar dat liep op niets uit. Voor een plan waarbij hij de omgekeerde weg zou
bewandelen, en sperma van mensapen bij vrouwen inbrengen, kreeg hij geen
toestemming. Zijn dood, vrij kort na dit project, maakte een einde aan het
bizarre plan.
Met dit half vergeten verhaal komt de jonge Felix van der Elsken in
contact wanneer hij in 1994 in New York arriveert om er journalistiek te
studeren. Via een studiegenote, Lois, ontmoet hij de virologe Helena Frank, die
onderzoek doet naar het ontstaan van het in die dagen snel om zich heen
grijpende aidsvirus. Zij heeft het vermoeden dat er een link is tussen aids en
de experimenten met mensapen van Ivanov. Maar de mogelijkheden daar onderzoek naar te doen
zijn beperkt en haar vergaande voorstellen daartoe vinden uit oogpunt van
ethiek weinig bijval. Dat frustreert haar als wetenschapper in hoge mate.
In Ivanov luisteren we naar Felix,
die twintig jaar na dato terugkijkt op de gebeurtenissen. Hij herinnert zich
zijn verblijf in New York vooral als een soms wat verwarrende periode waarin
hij volwassen werd en zijn homoseksualiteit accepteerde. In zijn relaas lijkt zijn
relatie met Helena een stabiel rustpunt, maar schijn bedriegt. Tussen Felix,
Lois en de wat oudere Helena ontstaat een driehoeksverhouding, waarbij
persoonlijke gevoelens en wetenschappelijke ambitie een gecompliceerde mix doen
ontstaan.
Hanna Bervoets is bedreven in het beschrijven van situaties waarin haar
personages klem zitten, waarin hun leven overhoop is gegooid. Ik las van haar eerder
Alles wat er was, waarin een groep
mensen na een mondiale catastrofe die de wereld mogelijk onbewoonbaar heeft
gemaakt overleeft in een verlaten en dichtgeplakt schoolgebouw. In Ivanov is de afzondering weliswaar niet
zo volledig, maar plaatsen de hoofdpersonen zich door hun daden even goed buiten
de maatschappij. Wanneer Helena uiteindelijk Felix in een positie brengt die
alles in zijn leven op losse schroeven zet, hebben ze alleen zichzelf om op
terug te vallen. Kunnen ze uitsluitend zichzelf de vraag stellen naar het
waarom van hun daad. Een vraag die je als lezer na de laatste bladzijde ook
niet zomaar uit je systeem hebt. Een intrigerende roman.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten