Tussen 1821 en 1831 schreef Alexandr Poesjkin zijn roman in verzen Jevgeni Onegin. Het is het verhaal van Onegin, een jonge aristocraat die op het landgoed woont dat hij van een oom heeft geërfd. Via zijn vriend Lenski, een romantisch aangelegde jongen die in Duitsland heeft gestudeerd, leert hij Tatjana Larin kennen, een jonge vrouw die in de buurt woont. Zij wordt verliefd op Onegin en schrijft hem dat in een brief. Onegin wijst haar echter af. Korte tijd later krijgt hij ruzie met Lenski en doodt hem in een duel. Uit schuldgevoel vertrekt hij voor een lange reis. Wanneer Onegin drie jaar later terugkeert is Tatjana getrouwd met een prins. Hij meent te merken dat zij nog steeds van hem houdt en verklaart haar zijn liefde. Maar hij is te laat, zij wijst hem af en blijft haar echtgenoot trouw.
Dit toch wel wat melodramatisch overkomende verhaal komt in de verzen van Poesjkin helemaal tot leven. Het ritme en het speelse woordgebruik maken het een feest om te lezen. Ik las het vroeger al eens, maar heb het nu geluisterd, voorgelezen door Hans Boland. Hij maakte recent een nieuwe vertaling, die ook als boek werd uitgegeven in de Perpetuareeks. Luisteren naar deze verzen is een weldadige ervaring. Dan blijkt ineens hoe zangerig de taal van Poesjkin is. Dat merk je al in het Nederlands, maar nog veel sterker in het Russisch. Boland begint elk van de acht delen van het gedicht met het voorlezen van het eerste couplet in het Russisch. Ik versta daar natuurlijk niets van, maar ik zou graag het hele gedicht in het Russisch horen, zo mooi klinkt dat. Een tijdgenoot noemde het gedicht een 'encyclopedie van het Russische leven'. Boland noemt het in het nawoord van de teksteditie ook een 'encyclopedie van de ziel'. Zowel leven als ziel krijgen in zijn voordracht vleugels. Heel mooi. Gewoonlijk verwijder ik een luisterboek na het luisteren weer van mijn iPod. Onegin heb ik voorlopig maar even laten staan, dan kan ik het nog eens beluisteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten