zaterdag 13 oktober 2012

De troosteloze heilstaat

De Deutsche Bucherpreis was vorig jaar voor In Zeiten des abnehmenden Lichts van Eugen Ruge. Ik las de prettig lezende Nederlandse vertaling, In tijden van afnemend licht. Het verbaast me niet dat Ruge de prijs won. Hij schetst een indringend beeld van de recente Duitse geschiedenis, in het bijzonder het leven in de DDR. Hij was daar tot 1988 een inwoner van, dus heeft het dagelijkse leven in de socialistische heilstaat aan den lijve ervaren. Dat blijkt niet alleen uit talloze details, maar ook uit de trefzekere beschrijving van de sfeer. Het boek deed me sterk denken aan De toren (Der Turm) van Uwe Tellkamp uit 2008. Ook een auteur die in de voormalige DDR woonde, dat boek eveneens geschreven met de intentie het leven aldaar in één totaalschets te vatten. De aanpak van beide auteurs verschilt echter. Waar Tellkamp zich concentreert op het leven van een kleine groep intellectuelen in een buitenwijk van Dresden gedurende de laatste zeven jaar voor de Wende, daar presenteert Runge ons een breed opgezette familiesage die bijna de hele eeuw omvat.
Vier generaties van de familie Umnitzer staan centraal. De eerste generatie bestaat uit Wilhelm en zijn vrouw Charlotte. Geboren omstreeks 1900, al in de jaren twintig overtuigde communisten en actief in de partij, in 1940 via Frankrijk gevlucht naar Mexico en in 1952 door de partij teruggehaald naar de DDR. Waar Wilhelm directeur wordt van een wetenschappelijk instituut, Charlotte afdelingshoofd aan datzelfde instituut. Partijbenoemingen, want over de juiste kwalificaties voor deze functies beschikken ze niet. Wilhelm mislukt dan ook in zijn baan, waarna hij de rest van zijn leven steeds eenvoudiger partijbaantjes heeft.
Hun zoon Kurt en zijn Russische vrouw Irina vormen de tweede generatie. Hij heeft de oorlog en de jaren erna in een strafkamp in Siberië doorgebracht, vanwege een vermeende belediging van Stalin, en keert pas in 1956 terug naar de DDR. Hij ontwikkelt zich tot een vooraanstaand publicist over de geschiedenis van de arbeidersbeweging.
Hun zoon Alexander is de eerste van de familie die zijn jeugd doorbrengt in de DDR. Compleet met de verplichte dienstplicht en, in zijn geval, een aanstelling als grenswacht langs het IJzeren Gordijn. Hij studeert daarna geschiedenis, trouwt op 22-jarige leeftijd met zijn medestudente Melitta en krijgt direct een kind met haar. Dit kind, Markus, is de vierde generatie. Het huwelijk van Alexander en Melitta strandt al snel, waarna Alexander maatschappelijk 'ontspoort'.
Eugen Ruge vertelt het verhaal niet chronologisch, hij heeft het opgeknipt in delen. De uitvalsbasis is 1 oktober 1989, de dag waarop de negentigste verjaardag van Wilhelm wordt gevierd maar waarop ook de protesten in Oost-Europa luid klinken en de val van de muur, ruim een maand later, al in de lucht hangt. Deze dag beslaat zes hoofdstukken en wordt steeds gezien vanuit een ander personage. De andere hoofdstukken spelen zich achtereenvolgens af in 1952, 1959, 1961, 1966, 1973, 1976, 1979, 1991 en 1995. Ook weer steeds met een andere hoofdpersoon. Daarnaast spelen vijf hoofdstukken in 2001, wanneer de terminaal zieke Alexander naar Mexico afreist in de hoop daar iets over het leven van zijn grootvader en grootmoeder te leren. Zo'n complexe compositie staat of valt met een zorgvuldige uitwerking. En dat heeft Ruge voorbeeldig gedaan. Alles klopt. Wat eerst een onoverzichtelijke puzzel lijkt wordt al snel een samenhangend verhaal. Wat nog niet wordt verteld maar je uit de context wel vermoedt, brengt spanning. En de verschillen in maatschappijbeeld tussen de vier generaties zijn overtuigend uitgewerkt, van het ijzersterke geloof  in de partijlijn van Wilhelm tot de zich langzaam maar zeker ontwikkelende twijfel bij de jongere generaties. Met als achtergrondruis de voortdurende troosteloosheid van het systeem. Kortom, een geweldig boek. In drie dagen uitgelezen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten