zondag 26 januari 2025

Een vrouw van staal

Je hebt woonboten en woonboten. Je hebt de betonnen bakken met daarop zoiets als een luxe appartement, vastgeketend aan een kade, en je hebt de boten die ooit echte schepen waren, en die als woonschip soms nog steeds kunnen varen. Zo´n schip zochten Corine Nijenhuis en haar vriend in de herfst van 2006. In Koudekerk aan den Rijn lag er een te koop. Een Zeeuwse klipper, in 1901 gebouwd op de Papendrechtse Scheepswerf Gebroeders van den Adel. Wanneer ze gaan kijken zijn ze bij een eerste blik op de Henriëtte meteen verkocht. De eigenaar, Leen de Jong, vaart er al 25 jaar cement mee, tussen de betoncentrale in Koudekerk en de ENCI in IJmuiden. Maar de toenemende regelgeving nekt langzamerhand de binnenvaart, met oudere schepen kun je de uit te voeren moderniseringen nooit meer terugverdienen. Zo ook bij De Jong. Het schip verkopen doet hem pijn, nadat het zoveel jaar trouwe dienst heeft gedaan. Maar dat Corine en haar vriend al enkele jaren op een schip wonen, weten waarover ze praten, vergoedt veel. De koop wordt gesloten.

Nadat de nodige verbouwingen die van de Henriëtte een woonschip moeten maken zijn uitgevoerd, het schip een vaste ligplaats heeft en er af en toe tochten mee worden gemaakt, dringt het langzamerhand tot Nijenhuis door dat ze op een stuk geschiedenis woont. Ooit is het schip verlengd, en zowel de kop als de kont zijn niet meer origineel. Ook beschikte een Zeeuwse klipper van rond de eeuwwisseling niet over een stuurhuis, de schipper stond altijd buiten, in weer en wind. Om over de motor maar niet te spreken, toen het schip in 1901 van de werf kwam had het een mast en zeilen. Waarom die verbeteringen zijn uitgevoerd kan Nijenhuis wel bedenken, maar wie waren de schippers die daar achter staken? Wanneer ze dat gaat uitzoeken, stuit ze op bijzondere verhalen. Die schrijft ze op, ze is immers -  beginnend - schrijver.

De Henriëtte blijkt in haar ruim honderdjarige leven vier keer van naam te zijn veranderd. Bij de tewaterlating heette ze Alfons Marie, twaalf jaar later werd dat Alfons Marie I. Vervolgens, in 1923, werd de naam Annigje op de boeg geschilderd, wat in 1959 werd gewijzigd in Marjan. Om de laatste 25 jaar onder Leen de Jong te varen als de Henriëtte. Een nieuwe eigenaar, een nieuwe naam. Meestal die van de echtgenote van de schipper. (Bij vrachtwagenchauffeurs zie je dat ook wel.)

Nijenhuis heeft voor zover mogelijk van iedere eigenaar, en ook van diens gezinsleden, de biografie samengesteld. Het is een verhaal van mensen die het water in hun bloed hebben, die alle zandbanken en gevaarlijke stromingen op de Nederlandse binnenwateren kennen, die met loodzware ladingen een woelige Zuiderzee overvaren en, misschien wel het belangrijkst, zich opgenomen voelen in de grote familie van binnenschippers die Nederland rijk is. Die saamhorigheid kwam voor een groot deel voort uit het feit dat vroeger veel schippers, veel meer dan nu, eigen baas waren. Nu zijn ze vaak zetbaas, of gewoon in loondienst van een rederij. 

In de geschiedenis van de binnenvaart en van de Henriëtte zie je facetten van de economische geschiedenis van Nederland weerspiegeld. Als zeilschip, aan het begin van de eeuw, voer ze vaak op de wilde vaart, nam de schipper ladingen aan naar plaatsen waar hij bijvoorbeeld op familiebezoek wilde. Toen ze in latere jaren vaker op contract voer, met vaste ladingen, vaste trajecten én vaak ook vaste tijden, had ze een groter ruim nodig en een motoraandrijving. Het schip werd verlengd, een motor ingebouwd. De voortgaande regulering betekende ook dat schippers verplicht werden hun kinderen naar een internaat te sturen voor hun schoolopleiding. Dat schippers werden opgevolgd door hun zonen, vaak een automatisme, werd daardoor wat minder vanzelfsprekend. Ook vervoerde de Henriëtte zowel stenen voor de Afsluitdijk en cement voor de Zeelandbrug. 

De Henriëtte heeft het geluk gehad oud te kunnen worden. Dat is te danken aan de opeenvolgende schippers, die allen een band met het schip voelden. Meermaals zijn zij in de gelegenheid geweest het schip te laten slopen, in het kader van rijksregelingen om de binnenvaart in te krimpen en moderniseren. Daar hebben zij, soms tegen beter weten in, geen gebruik van gemaakt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het schip door de Duitsers gevorderd, en woonde het schippersgezin bijna drie jaar aan de wal. Na de oorlog was het schip zoek, slechts bij toeval wist de schipper het te vinden. De bevestiging van zwaar geschut op het dak van de stuurhut  en de ombouw van het ruim hadden hun sporen nagelaten. Om over de compleet ingedeukte neus maar te zwijgen. 

Dat was het moment geweest om het verstandige besluit tot sloop te nemen. De schipper aarzelde lang maar besloot, daarin gesteund door zijn echtgenote - die het aan de wal wonen verafschuwde – de nodige reparaties te laten uitvoeren. Dat was een kostbaar project, maar ze voelden zich er gelukkig bij. Dit schipperspaar, Marinus en Annigje, voer maar liefst 36 jaar op de Henriëtte, Marinus was daarvóór de scheepsknecht geweest van zijn voorganger.

Dat de Henriëtte ooit gebouwd werd, was wel bijzonder. De opdrachtgever en eerste schipper, Adrianus Vermeulen, was in 1901 bijna zeventig jaar. Zijn houten zeilschip werd wat slechter, dat was een passend moment geweest om met pensioen te gaan. Hij had wat liggende gelden. Maar die investeerde hij liever in een nieuw schip, een van staal. En omdat staal omstreeks de eeuwwisseling nog een vrij nieuw materiaal was voor binnenvaartschepen, werden voor de huid staalplaten gebruikt die twee keer zo dik waren als nodig. Voor de zekerheid, je wist maar nooit.  

Corine Nijenhuis en haar vriend kunnen dus zonder zorgen de toekomst van hun schip tegemoet zien. Ze varen nog regelmatig door Nederland, ook om hun vaarbewijs z’n geldigheid te laten houden, dat heb je voor zo’n groot en zwaar schip immers nodig. Het schrijfproject mondde uit in het kloeke boek Een vrouw van staal. De buitengewone biografie van een binnenvaartschip. Bij de presentatie daarvan, vanzelfsprekend op het schip, was er een plechtig moment: de onthulling van de ‘nieuwe’ naam. De Henriëtte heet voortaan weer de Alfons Marie. De naam waaronder het in een ver verleden van de helling liep. Een eerbetoon aan de man zonder wie het schip er niet geweest zou zijn.

Corine Nijenhuis / Een vrouw van staal. De buitengewone biografie van een binnenvaartschip / 400 blz / Uitgeverij Brandt, 2015 // Luisterboek, voorgelezen door Jan Donkers, Sander de Heer, Hymke de Vries, Charlotte Lap, Wivineke van Groningen en Corine Nijenhuis / 15 uur en 1 minuut / Uitgeverij Lind & Co, via Storytel