Hoofdpersoon is Kiek, tuinder en bevlogen natuurbeschermer. Op haar bedrijfje, dat ze runt met een handvol veelal jonge geestverwanten, worden alle werkzaamheden zo biologisch mogelijk uitgevoerd. Kiek voelt zich daar goed bij. Ze is één met de natuur, observeert mierenkaravanen die door de tuin banjeren en neemt het die ene rondbanjerende haas niet kwalijk dat hij na werktijd zijn tanden in een of andere kostbare groente zal zetten. Zo is de natuur. En trouwens, die haas voelt als een bekende, gedurende de dag hebben ze regelmatig oogcontact, zij op haar tuin en hij in het open veld.
Ze twijfelt weleens of ze niet tóch dat handige landbouwapparaat dat net op de markt verschijnt zal aanschaffen. Klussen die ze nu handmatig verrichten zouden daarmee veel sneller gedaan kunnen worden, waardoor de kosten wat zouden dalen. Haar bedrijfsmatige vastigheid is dat ze haar – best dure – groenten via pakketten wekelijks levert aan klanten in de buurt die dat kunnen betalen.
In een weldadig kalm tempo zet Heitman het leven van Kiek neer. De verteller is niet zijzelf, en ook niet Kiek. Gaandeweg krijg je als lezer het vermoeden wie dan wel. Van het spel dat Heitman met zoiets speelt is deze kleine roman doortrokken. Of dit toch wel tikje arcadische leven nog lang zal kunnen voortduren is de vraag, wanneer bij Kiek een ziekte wordt geconstateerd.
Mariken Heitman / De dierenkaravaan / 207 blz / Atlas Contact, 2024 // Luisterboek, voorgelezen door Wolke Kluppell / 4 uur en 49 minuten / Atlas Contact, via Storytel