woensdag 14 oktober 2020

Op de barricaden

Rijk worden over de rug van anderen. Dat is een onderwerp dat uitstekend past bij de sociaal bewogen Pieter Waterdrinker. In diens nieuwe roman, De rat van Amsterdam, heet de boef in kwestie Clemens Mudmann. Deze ex-reclameman bedenkt in een helder moment de Nationale Armenloterij, een liefdadigheidsonderneming waarvan een groot deel van de winst wordt uitgekeerd aan goede doelen. Dat klinkt positief, maar achter de schermen spelen zich processen af die angstvalling aan het publieke oog worden onttrokken. Als lezer wordt je deze wereld binnengeleid door Ruben Katz, een jonge Letse immigrant die door Mudmann wordt ingehuurd om met spetterende ideeën het aantal deelnemers aan de loterij te vergroten. Daarin slaagt Katz en zijn baas draagt hem op handen, totdat Katz de schaduwzijden van het project leert kennen en zich tegen de oprichter gaat afzetten. Dat leidt tot zijn ondergang en de gevangenis.

Waterdrinker koos een aantrekkelijke vertelstructuur. Aan het begin van de roman is Katz, in zijn Amsterdamse cel, op advies van de gevangenispsycholoog begonnen aan het op schrift stellen van zijn verhaal. Hij beschrijft daarin zijn jeugd in Riga, de tocht van zijn familie naar het westen, net voor de muur valt, de stroeve pogingen van zijn universitair geschoolde vader om aan werk te komen en zijn volwassen worden in Amsterdam. Een kleurrijk verhaal, met smaak opgedist. Een automatiek speelt daarin een belangrijke rol, voor wie zich afvraagt wat heeft geleid tot de opvallende omslag van de roman. Die vertelstructuur, met zijn sprongen tussen het heden en verleden, geeft de roman vaart.

Katz is cynisch in zijn uitspraken. Een cynisme dat wellicht het gevolg is van zijn avontuur bij de loterij. Zo laat Waterdrinker hem zeggen dat de afbraak van de verzorgingsmaatschappij een zegen is voor de armenloterij. Dat toont hetzelfde soort maatschappijkritiek als de vader van Rubens, die zijn twaalfjarige zoon informeert dat politiek de kunst is van het veiligstellen van het eigen belang. Heel herkenbaar Waterdrinker. Dat is eveneens de verzuchting van Katz, wanneer hij in zijn cel begint aan zijn verslag, dat veel van de grote Russische literatuur in gevangenschap is geschreven. Of, wat luchtiger, Nederland consequent aanduiden als het bloembollenkoninkrijk. Het boek zit vol met dit soort opmerkingen.

Meer onthullen van de plot zou niet juist zijn, dus dat doe ik dan ook niet. Lezers die enigszins vertrouwd zijn met het werk van Waterdrinker zullen begrijpen wat ik bedoel als ik zeg dat de schrijver zich zichtbaar uitleeft in zijn uitbundige, soms rondborstige taalgebruik. Daarbij klimt hij ditmaal ook écht op de barricaden, spreekt de rijken aan op hun wandaden – de Nationale Postcodeloterij inspireerde Waterdrinker - en de nagelt ze aan de schandpaal. Hij neemt daar ruim de tijd voor, het is een weldadige, bijna zeshonderd bladzijden lange schelmenroman waar je je met ziel en zaligheid in kunt onderdompelen en je laten verrassen door de plotwendingen. De mooiste bevindt zich een bladzijde of twintig voor het einde, de laatste zo ongeveer op de laatste pagina. Het trucje van Kafka. Zo doe je dat. Chapeau!

Pieter Waterdrinker / De rat van Amsterdam / 592 blz / Nijgh & Van Ditmar