woensdag 9 september 2020

De paarden van Hitler

Hitler was een gemankeerde kunstenaar. Als jongeman, in het Wenen van voor de Eerste Wereldoorlog, lukte het hem niet toegelaten te worden tot de kunstacademie. Aanleg voor tekenen had hij niet, was het oordeel van de toelatingscommissie. Mogelijk wel voor architectuur, maar met die opmerking deed de jonge Adolf voorlopig niets. Je vraagt je af of deze afwijzing een rol heeft gespeeld bij de passie voor kunst die Hitler ontwikkelde toen hij eenmaal in Duitsland aan de macht was. Speciale troepen van de SS waren belast met het in beslag nemen van zorgvuldig door hem of Herman Göring geselecteerde kunstwerken uit musea in bezette gebieden en in het regeringscentrum van Berlijn, in en om de rijkskanselarij, verschenen nieuwe beeldhouwwerken van monumentaal formaat. Vaak even megalomaan als de architectuur van Albert Speer waarin ze ter decoratie waren neergezet. Bij deze beelden ging het vaak om de verheerlijking van de mannelijke kracht, of van edele dieren zoals paarden. Heel herkenbare kunst, net zoals de realistische voorstellingen van de uit musea geroofde oude meesters. Van de symbolistische en expressionistische werken van kunstenaars als Gustav Klimt, Egon Schiele en anderen die in het Wenen van omstreeks 1910 wél succesvol waren geweest moest hij niets hebben.

Van alle geschiedenissen die tezamen het verhaal van de Tweede Wereldoorlog uitmaken is die van de nazi’s en hun bemoeienis met kunst een heel opmerkelijke. Veel van die kunst kwam direct na de oorlog uit allerlei schuilplaatsen tevoorschijn, maar een flinke hoeveelheid leek verdwenen. Dat was ook het geval met de enorme bronzen paarden van Josef Thorak, een van Hitler favoriete beeldhouwers, die in de tuin van de rijkskanselarij hadden gestaan, recht voor Hitlers kantoor. In 2014 kreeg Arthur Brand, die zichzelf kunstdetective noemt, een telefoontje van een bevriende informant. Deze was door een tussenpersoon benaderd om te helpen bij de verkoop van twee meer dan levensgrote bronzen paarden die zich in het bezit van nazaten van een nazi-familie. Brand herkende direct de beelden uit de tuin van de rijkskanselarij, waarvan echter altijd was aangenomen dat ze tijdens de slag om Berlijn verloren waren gegaan. Dat is het begin van een spannende zoektocht die Brand en zijn assistenten in contact brengt met een reeks min of meer louche figuren, van malafide oplichters tot de vrijwilligers van Stille Hilfe, nazi’s van het zuiverste water die geloofsgenoten bijstaan. Uiteindelijk zal hij de paarden en in hun zog een hele verzameling andere objecten boven water brengen, in de laatste fase van het project in samenwerking met de Duitse politie.

Brand is bekend uit de media, van televisie en zijn boeken. Af en toe tijdens het beluisteren van De paarden van Hitler bekroop mij een ‘Pietje Bell en de kunstrovers’-gevoel, maar ik heb het vermoeden dat de passages waarbij mij dit overkwam de scènes waren die Brand wat heeft ‘opgeleukt’. Al met al geeft zijn verslag, als het allemaal op waarheid berust en daar ga ik van uit, een spannend en fascinerend beeld van een wereld onder de radar. Een aanrader voor wie is geïnteresseerd in een vlot vertelde speurtocht met een historische dimensie.

Arthur Brand / De paarden van Hitler / Audioboek, voorgelezen door Jan Donkers / 7 uur en 5 minuten / Boekerij, via Storytel