Het begint vertrouwd. Al voordat de auteur in zijn levensbeschrijving bij de volwassen Mest is aangekomen heb je al een wereld betreden die je als vaste lezer kent. De formuleringen zijn kort door de bocht, de gesprekken zot, de situaties op het groffe af en deze keer een enkele maal zelfs pervers. Ook wordt er te pas en te onpas fantasievol geciteerd uit de werken van Vlaamse literaire grootheden als Hugo Claus, Stijn Streuvels, Felix Timmermans en August Vermeylen. De running gag is ditmaal dat alle personages in het boek volstrekt idiote namen hebben als Rispons Kluttenzut, Ukkelul Stijfgang, Janborst Boeventak en Pruikje Boosdoen. Door die namen, in combinatie met hun gedrag, krijgen ze iets heel karikaturaals, alsof het kobolden of gedrochten zijn. De enige met een normale naam, Mest van de Velde, wordt door de anderen aangekeken op zijn vreemde naam. Dat is wel een heel flauw grapje voor iemand die zich op het achterplat van zijn boeken steevast een ‘zeer belangrijk schrijver’ noemt.
Echt op gang komt de levensbeschrijving van Mest en zijn vrouw Ravijn niet. Het ontbreekt daarvoor aan gebeurtenissen en situaties die opvallend of grappig zijn. Het kabbelt maar door, ontmoeting na nietszeggende ontmoeting met vrienden en kennissen met rare namen en conversaties die vaak komisch bedoeld zijn maar die dat effect niet teweeg brengen. Halverwege het boek had ik nog niet eenmaal gelachen. Wat daarna trouwens ook niet meer gebeurde.
In zijn beste boeken leiden honderden pagina’s typisch ‘Brusselmansiaans’ voorspel naar een indrukwekkende afsluiting die werkt juist door dat wat eraan voorafging. Hier is die opzet ook aanwezig, maar vond ik de uitwerking ervan teleurstellend. De cover van het boek wijst natuurlijk al vooruit naar het afsluitende feestdiner. Het beeld toont een bestek, bestaande uit mes, vork en klauwhamer. Je verwacht dan een familiefeest dat door geruzie uit de hand loopt. Maar het zijn niet de overige gasten van Mest en Ravijn die de feestvreugde bederven. Het is hun schepper zelf. Ik ga niet uit de doeken doen hoe dat verloopt, maar heel vrolijk werd ik er niet van. Stilistisch is het zwak, gevoelsmatig is het zuur. Het is een grap die in de handen van Brusselmans ditmaal niet werkt. Jammer.
Herman Brusselmans
Feest bij de familie Van de Velde
224 blz
Prometheus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten