Anderhalf jaar geleden las ik Wolf Hall van Hilary Mantel, het eerste deel van een trilogie over de loopbaan van Thomas Cromwell, de rechterhand en vertrouweling van koning Hendrik VIII van Engeland. Bring up the Bodies is het zojuist verschenen tweede deel. Dit bestrijkt de jaren 1535-1536, de periode waarin Hendrik getrouwd is met zijn tweede echtgenote Anna Boleyn, op haar uitgekeken raakt na enkele mislukte zwangerschappen en vervolgens van haar af wil omdat hij verliefd is geworden op de hofdame Jane Seymour. Cromwell regelt dit voor de koning. Hij maakt daarbij gebruik van het gerucht dat Anna Boleyn er minnaars op na houdt. Hij ondervraagt de kring van hovelingen rond Anna, bouwt een aanklacht op en organiseert een proces. Anna wordt schuldig bevonden en wordt in het voorjaar van 1536 in de Tower in Londen onthoofd.
Net als in het eerste deel staat Cromwell centraal. Als lezer beleef je alles door zijn ogen. Mantel kruipt in zijn huid en weet meesterlijk zijn gedachten, overwegingen en gevoelens weer te geven. Meer dan in Wolf Hall is Cromwell hier een schurk. In die zin dat hij een misstap van Anna gebruikt om een zaak tegen haar op te bouwen en haar daardoor doelbewust naar de beul leidt. Weliswaar min of meer in opdracht van zijn baas, maar toch. De verhoren zijn een genot om te lezen, de tekst spat van de bladzijden. De daadwerkelijke uitvoering van het vonnis daarna is haast een anticlimax. De wetenschap dat Cromwell vanwege zijn verdiensten een nog machtiger positie zou krijgen maar in 1540 bij de koning in ongenade zou vallen en zelf zonder vorm van proces werd onthoofd, maakt het verhaal nog uitzonderlijker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten