In San Miguel gaat T.C. Boyle terug naar de Californische Channel Islands, de eilanden die zo'n vijftig kilometer uit de kust bij Santa Barbara liggen. In zijn vorige roman, When The Killing's Done, was het onderwerp het natuurbeheer van deze eilanden en de controverse daarover. Nu gaat hij verder terug in de tijd. Hij beschrijft de lotgevallen van twee familie's die op het kleine eiland San Miguel een bestaan proberen op te bouwen. De eerste familie arriveert in 1888, de tweede in 1930. Zij zijn de enige bewoners van het eiland. Het leven is eentonig, het weer is een groot deel van het jaar koud, nat en winderig. Het eiland wordt begraasd door schapen, waardoor het in de loop van de tijd een barre woestenij zonder bomen en struiken is geworden. Bij harde wind is er sprake van heuse zandstormen. De komst twee keer per jaar van de schapenscheerders is het sociale hoogtepunt.
Ondanks het monotone leven op het eiland weet Boyle van San Miguel een meeslepende roman te maken.Hij vertelt het verhaal in beide families vanuit de vrouw. Daardoor ontstaat een eenheid, je hebt het gevoel dat het om één doorlopend verhaal gaat in plaats van twee afzonderlijke geschiedenissen. De personages en hun drijfveren zijn overtuigend neergezet, maar de echte hoofdrol is voor de natuur. Die natuur biedt de bewoners een kans op een beter bestaan, maar vormt ook een voortdurende bedreiging. Boyle laat mooi zien hoe sommigen daar lichamelijk en geestelijk - en slepend langzaam - aan onderdoor gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten