vrijdag 7 januari 2011

Noodlot

Anton Steenwijk speelt op een winteravond in 1945 een spelletje Mens-erger-je-niet met zijn oudere broer en ouders, wanneer voor het huis van de buren een man wordt neergeschoten. Het blijkt een vooraanstaande NSB'er te zijn, die door het verzet is geliquideerd. De problemen beginnen wanneer de buurman het lijk versleept en voor het huis van Anton en zijn familie legt. Wanneer de Duitsers arriveren worden Anton, zijn broer en ouders opgepakt. Hun huis wordt in brand gestoken. Anton brengt de nacht door in een cel op het politiebureau van Haarlem. De volgende dag wordt hij opgehaald door een oom, bij wie hij ook zal opgroeien. Zijn familie blijkt die nacht te zijn geëxecuteerd. Harry Mulisch vertelt in vier volgende hoofdstukken hoe Anton in volgende fasen in zijn leven - in 1952, 1956, 1966 en 1981 - wordt geconfronteerd met deze gebeurtenissen en er zelf onderzoek naar doet. Uiteindelijk blijkt dat het lijk van de NSB'er vanwege verrassende (en noodlottige) factoren juist voor zijn huis werd gelegd en niet voor dat van de buren.
De Aanslag is al bijna dertig jaar oud, is verfilmd en als toneelstuk opgevoerd maar het verhaal is nog steeds ijzersterk. Ik herlas het als een luisterboek, ingetogen voorgelezen door Edwin de Vries.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten