woensdag 21 april 2021

Voor haar debuutroman Wij zijn licht liet Gerda Blees zich inspireren door een gebeurtenis die daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. In de zomer van 2017 overleed in een woongroep in Utrecht een vrouw. Onderzoek door de politie bracht aan het licht dat haar dood wellicht het gevolg was van de levenswijze die in de groep werd gepropageerd. Al snel gaan in zo’n geval natuurlijk de wildste geruchten rond. Blees heeft de vrijheid genomen haar verhaal zo in te vullen dat ze het proces rondom zo’n gebeurtenis overtuigend maar ook in alle literaire vrijheid kon vormgeven.

De vorm die ze daarvoor kiest is opvallend. Ze roept als het ware alle getuigen van het voorval op en laat hen hun verhaal vertellen. Die getuigen zijn zowel personen van vlees en bloed – de advocaat, de ouders van de dode - als dingen. Het huis van de woongroep bijvoorbeeld komt als een van de eersten aan het woord. Maar ook de cello die de overleden vrouw bespeelde, of twee sigaretten die de rechercheur van politie rookt tussen de verhoren door, de geur van een sinaasappel of gewoon de nacht. Het verhaalperspectief voelt daardoor zodanig rijk en volledig aan dat je als lezer het gevoel krijgt nu wel zo ongeveer alles – en nog meer dan dat – van deze geschiedenis en haar context te weten. Je wordt er haast letterlijk in ondergedompeld.

Die vorm trekt alle aandacht, waardoor je haast over het hoofd ziet dat de keuze daarvoor een heel slimme is. Een ontsporing als in de woongroep ‘Klank en liefde’ roept allerlei reacties op. Zeker zoiets extreems als het luchtdieet dat de leden volgden. Daarbij eet en drink je zo weinig mogelijk en geef je je intensief over aan meditatie. Door dit gegeven door vijfentwintig stemmen te laten beschrijven en becommentariĆ«ren, heeft Blees de vrije hand om alle voors en tegens een plek te geven. De schuldvraag blijkt mede daardoor ook een lastige, zowel voor de recherche als voor jou als lezer. Een fascinerend experiment.

Gerda Blees / Wij zijn licht / Luisterboek, voorgelezen door Maartje van de Wetering / 6 uur en 31 minuten / Uitgeverij Podium, via Storytel