vrijdag 29 juni 2018

Onthaasten

Op Rinus Spruit past de uitdrukking ‘wat je ziet is wat je krijgt’. Spruit is een zoon uit een familie van rietdekkers en kleine landbouwers uit Nieuwdorp in Zuid-Beveland, Zeeland. Al vroeg verliet hij het platteland om in de stad een bestaan op te bouwen. Maar daarin slaagde hij nooit echt. Na een loopbaan van hele en halve baantjes die mislukten of waarin hij zich niet gelukkig voelde, keerde hij terug naar zijn geboortedorp en betrok hij het woninkje van zijn overleden ouders. In zijn twee eerdere boeken, De rietdekker (2009) en Een dag om aan de balk te spijkeren (2013, zie blog januari 2014), heeft hij die geschiedenis beschreven. In het recent verschenen Broeder, schrijf toch eens! woont hij in dat huisje en laat hij dag na dag het leven over zich heen komen. Of, zoals hij het zelf verwoordt: ‘Ik ben een man alleen en schrijf verhalen. Ik ben de fotograaf van mijn herinneringen.’

De term ‘schrijven’ is mij eigenlijk wat te sterk voor wat Spruit doet. Je zou het eerder boekstaven kunnen noemen. Een voorbeeld daarvan is het volgende: ‘In de vensterbank in de keuken heb ik een schrift neergelegd waarin ik aantekeningen maak over het leven rondom mijn huis. Het ligt op de plaats waar vader altijd zijn agenda neerlegde. Dat was ook een soort dagboekje, meestal schreef hij er iets over het weer. Om de paar maanden kijk ik het schrift eens door, dan lees ik terug wat ik geschreven heb over het land, de seizoenen. Dan lees ik het heden dat verleden is geworden.’

Vanaf de keukentafel uitkijken over het land, de natuur observeren, mijmeren over het leven van zijn ouders en grootouders: veel van Spruits dagen zijn daarmee gevuld. Hij schrijft over de vrouwen die dagelijks langsfietsen om boodschappen te doen en hem met enige minachting aankijken, want ‘ik zit daar maar’.

Deze kampioen der onthaasting is niet alleen maar passief. Uit nieuwsgierigheid bladert hij het familiearchief door. Wanneer hij daarin stuit op een oudtante die om onverklaarbare redenen aan het einde van de negentiende eeuw hals over kop vanuit Zeeland te voet naar Antwerpen vluchtte wil hij weten hoe dit zit en gaat hij op onderzoek uit. Hij traceert twee van haar achterkleinzoons en reist naar Antwerpen om met ze te spreken.

De titel van de roman Broeder, schrijf toch eens! is afkomstig uit een brief van een zus van zijn opa, die naar de Verenigde Staten is geëmigreerd en op oudere leeftijd haar broer ging schrijven in de hoop op contact. Maar de opa van Rinus Spruit, de rietdekker, schreef tot haar wanhoop slechts een enkele keer terug. Omdat, zoals Spruit  schrijft: ‘Als het licht was, moest hij werken en als het donker was, was het schijnsel van de petroleumlamp niet toereikend. En hij kon amper schrijven, het schrijven van rekeningen kostte hem al moeite genoeg. Opa was rietdekker, hij klom liever op het dak dan in de pen.’

Het complete oeuvre van Spruit zal nog geen vijfhonderd bladzijden omvatten. Een klein oeuvre dus, met een sterke samenhang. Het pretendeert niets, maar is ontwapenend mooi.

Rinus Spruit
Broeder, schrijf toch eens!
156 blz.
Cossee

Geen opmerkingen: