Het is zoals gezegd een roman over relaties. Hoofdpersoon is Michiel, begin dertig. Hij is een intellectueel die een wetenschappelijke loopbaan ambieert maar er niet in slaagt zijn dissertatie tot een goed einde te brengen. Zijn echtgenote Hella, ook werkloos, en hun dochtertje Yvonne zweven in zijn beleving ergens aan de rand van zijn dagelijks bestaan. Hij leeft met ze samen maar is meestal met zijn gedachten ergens anders. Hij heeft een minnares, die hij met enige regelmaat ziet, zoals Hella op haar beurt ooit overspel pleegde met de broer van Michiel en recent nog met een neger die zij ontmoette toen zij haar zus Claire en haar man bezocht in Afrika, waar zij werkten. Zij weten dat niet van elkaar. Dat komt ook omdat ze al jaren niet echt met elkaar communiceren. Hun huwelijk stelt in dat opzicht niet veel voor. Michiel laat zich strikken voor een lokaal protestcomité dat is gericht tegen een grote hal die de buurt ontsiert. En temidden van die onrust komt Claire op bezoek.
Wat Siebelink doet is knap. In vijf lange hoofdstukkenen enkele korte intermezzo’s schetst hij enkele weken uit het leven van deze personages, waarbij hij voortdurend wisselt van verteller. En eveneens continu hun gedachten sprongen in de tijd laat maken. Als lezer krijg je dan een spervuur van belevingen op je af, een techniek waarbij je over veel zaken heel intensief wordt ingelicht, maar over andere aspecten een beeld krijgt dat maar niet eenduidig of scherp wil worden. Een beetje zoals zo'n Franse film uit de Nouvelle Vague. De structuur van de roman, met de strakke indeling in vijf hoofdstukken die de boel bij elkaar houdt, leent Siebelink van het klassieke drama.
Herinnerde ik mij na veertig jaar ook maar iets van de plot van deze roman? Nee, volstrekt niet. Ofschoon dat verklaarbaar is omdat een plot in de eigenlijke betekenis ontbreekt. Maar de verteltechniek en de sfeer stonden mij nog wel bij. Net als toen heb ik ook nu dagenlang genoten van wat ik maar een literair kunststukje zal noemen. Ik doe niet meer aan sterren, maar die vier van indertijd waren volkomen terecht.
Jan Siebelink / De herfst zal schitterend zijn / 317 blz / De Bezige Bij