Kawaguchi schreef dit verhaal oorspronkelijk als een toneelstuk. Dat zie je nog aan de eenheid van plaats - de locatie is gedurende het hele verhaal het barretje dat in een achterafsteegje in een souterrain zonder daglicht is gevestigd – en aan het beperkte aantal van tien personages. Dat zijn het bedienend personeel en enkele vaste gasten. Uit die cast komen ook de vier tijdreizigers voort. Die strakke inkadering verleent het verhaal een ietwat surreëel karakter.
En hebben de tijdreizen een functie, is er een moraal? Jazeker, zelfs een hele serieuze. Elk van de vier reizigers onderneemt de trip om iemand te ontmoeten die op dat moment onbereikbaar is – buitenland, overleden, nog niet geboren – en waarmee ze iets wat fout is gegaan of dreigt te gaan in hun onderlinge relatie willen repareren. Dat dit alle vier de reizen lukt, of dat er in ieder geval een inzicht ontstaat over de situatie, dat maakt dit tot een feelgood boek. Daar is niets mis mee. En dat die vier reizigers allen vrouwen zijn, tja … dat rangschikt dit boekje onder de chicklit. Eenmaal per jaar, in mijn vakantie, mag ik zo’n boekje van mezelf wel lezen.
Toshikazu Kawaguchi / Voordat de koffie koud wordt / Vertaald uit het Japans door Maarten Libregts / 256 blz / Meulenhoff