Introspectie is niet echt in de mode, ook niet in de literatuur. Veel auteurs en uitgevers lijken meer waarde te hechten aan teksten die als basis kunnen dienen voor ferme marketingtaal. Een literaire hype veroorzaken is vanzelfsprekend slechts voorbehouden aan een enkel boek – dat snapt het boekenbedrijf wel – maar wanneer je daarop niet voorsorteert zal het sowieso niet gebeuren. Het is daarom verfrissend om een boek te lezen dat dit alles niet is, en ook niet beoogt. The Dutch House van Ann Patchett is niet anders dan een familiegeschiedenis die in kaart brengt hoe drie generaties van een familie gedurende een halve eeuw met elkaar omgaan, elkaar beminnen en ook vervloeken. Het ankerpunt – als je het zo wil noemen – is een riante villa in een chique buitenwijk van Philadelphia, genaamd The Dutch House, de tijdspanne loopt van de jaren zestig tot kort geleden.
The Dutch House wordt in 1946 gekocht door Cyril Conroy, een self-made vastgoedinvesteerder. De aankoop is een verrassing voor zijn familie, en een cadeau voor zijn echtgenote. De kinderen, Maeve van elf en Danny van vijf, vinden het reuze spannend om in zo’n groot huis te wonen, maar hun moeder voelt zich er misplaatst. Voor haar versterkt het een proces dat al in gang was gezet en dat zal eindigen met haar vertrek. Hun nieuwe moeder, Andrea, heeft alle trekjes van een boze stiefmoeder en zal voor de kinderen ook de aanleiding zijn om na de vroegtijdige dood van hun vader het huis te verlaten. Zij zoeken en vinden hun eigen weg in het leven. Maeve stopt met haar studie en maakt zich onmisbaar bij een groot bedrijf in conserven. Danny doet een studie medicijnen maar besluit na afloop daarvan dat hij in zijn hart het liefst zou investeren in vastgoed, zoals zijn vader deed.
Het huis blijft al die jaren een belangrijke plek innemen in het leven van Maeve en Danny, ook als zij er niet meer wonen. Hun favoriete plek om onder het genot van een sigaret bij te praten is in hun auto, met zicht op het huis. De familie die het liet bouwen, de Van Hoebeeks, waren afkomstig uit Nederland. Dat gegeven en de inrichting van het huis met familieportretten in de traditionele Hollandse stijl, een haardpartij in Delfts blauw en talloze gebruiksvoorwerpen en een archief die tezamen met het huis zijn verworven verlenen het de naam. Dat museale karakter van de inrichting stond een persoonlijke band met de woning in de weg, zou je denken. Maar voor kinderen die hun ouders moesten missen en daarna door hun stiefmoeder aan de stoep werden gezet bood dat onvergankelijke karakter wellicht juist een houvast.
Zoals gezegd, dit is een boek in grijstonen, een verhaal waarin de nuances in een familierelatie het hart vormen. Ik hou daar wel van, op z’n tijd. Ik las het als luisterboek, voorgelezen door Tom Hanks. Hij bezit de rustige spreektrant die het verhaal vereist, en weet als ervaren auteur bovendien precies de goede toon te raken. Hij ís gewoon Danny, de zoon die het verhaal vertelt.
Ann Patchett
The Dutch House
Luisterboek, voorgelezen door Tom Hanks
9 uur en 53 minuten
Harper Audio