maandag 26 mei 2014

Partners in business

Economie heeft niet echt mijn aandacht. Ik begrijp dat het de kurk is waarop onze samenleving drijft, maar ik sla het economiekatern in de krant gewoonlijk over en haak af wanneer het gaat over zoiets als de macro-economische verkenningen. Dat de Chinese economie booming is, is tot me doorgedrongen. Maar ik denk dan: voor zolang het duurt. Kortom, ik maak me er niet druk om. Het is mij vaak iets te abstract.

Het nieuwe boek van Lieve Joris, Op de vleugels van de draak, gaat over economie, over zaken doen. Ik heb ervan genoten. Dat komt vooral omdat Lieve Joris heel dicht op haar onderwerp zit. Zij brengt in kaart hoe de handel tussen China en Afrika zich ontwikkelt. Ook dat is een booming markt, China is op dit moment de belangrijkste handelspartner van Afrika. Talloze Afrikaanse handelaren reizen regelmatig naar China om daar zelf hun handelswaar in te kopen. Veel Afrikaanse landen op hun beurt worden overspoeld door Chinezen, die daar winkels beginnen of meewerken aan de realisatie van - vaak door China gesubsidieerde - grote projecten. Met een aantal van deze mensen legt Lieve Joris contact, ze gaat voor een langere periode bij hen in de buurt wonen en volgt hen bij hun dagelijkse bezigheden. Het resultaat is een verslag uit de onderste regionen van de economie. Daar waar het echt gebeurd.

Guangzhou is een miljoenenstad gelegen op het vasteland van China, recht tegenover Hong Kong. De stad groeit in rap tempo. Zeventig procent van de Chinese export vindt plaats via de havens in deze regio. In Guangzhou is een Afrikaanse wijk met de opmerkelijke naam Chocolate City. Daar concentreert zich de handel tussen de Afrikaanse inkopers en Chinese groothandelaren. Die Afrikanen zijn geen rijke ondernemers, de meesten van hen huren per reis slechts één scheepscontainer, of delen die met andere handelaren. Het is roerend om te zien hoe zij marchanderen om hun waren voor de gunstigste prijs te krijgen. Dat zij T-shirts, sieraden en elektronica kopen spreekt vanzelf, maar ik weet nu ook dat moslims in Afrika gebruik kunnen maken van in China geproduceerde bidtapijtjes met ingebouwd kompas. Ook Chinese schilderijen gaan in sommige Afrikaanse landen als warme broodjes over de toonbank.

In Chocolate City ontmoet Joris de handelaar Cheikhna, een Malinees die winkels heeft in Brazzaville en Kinshasa. Hij deed vroeger zijn inkopen in Marokko en Ivoorkust, maar sinds hij zijn waar uit China betrekt gaan zijn zaken veel beter. Hij reist daarom drie keer per jaar naar China om zijn voorraad aan te vullen en nieuwe producten te vinden. Lezen en schrijven kan hij nauwelijks, maar hij redt zich uitstekend. Hij is slechts een van de vele Afrikanen en Chinezen bij wie Joris aanklampt. We volgen ook de Congolese Anne bij haar inkopen en tijdens de chaos van het vullen van haar container. We maken aan de universiteit in een Chinese provinciestad een wetenschappelijk congres mee dat is gewijd aan de economische en culturele banden met Afrika. Joris bezoekt verder hoge ambtenaren, kunstverzamelaars, containerverladers en tal van anderen. In Afrika praat zij met Chinese ondernemers over hun ervaringen. Het beeld van de handel tussen China en Afrika wordt op die manier ruimschoots aangevuld met de wisselwerkingen die gelijktijdig ontstaan op sociaal en cultureel gebied.

Door de werkwijze van Lieve Joris, de manier waarop zij tijdelijk deel uitmaakt van het leven van haar contactpersonen, had ik als lezer het gevoel dat ik hen ook echt leerde kennen. Joris beschrijft hun motivatie en hun dromen, maar ook hun twijfels. Nadat het boek was genomineerd voor de VPRO Bob den Uyl Prijs voor het beste literaire en/of journalistieke reisboek van 2014 plaatste Joris op haar website wat foto's van de personen in het boek. Tijdens het lezen had ik die niet gemist, maar het zien daarvan voegde voor mij wel iets toe. Uit de tekst waren deze mensen voor mij als authentiek en soms heel kleurrijk naar voren gekomen. Dat bleken ze, afgaand op hun foto's, vaak ook te zijn. Iets voor een volgende druk? Die komt er waarschijnlijk wel, nu het boek de prijs heeft gewonnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten