Tot 2017 had de oorlog voor Sitalsing niet meer betekenis dan het voor de gemiddelde Nederlander had. Maar toen overleed haar moeder, en heel kort voor haar dood wees die haar op een typmachine en wat A 4´tjes waarmee ze de dagen ervoor in de weer was geweest. Die moest Sheila maar eens lezen. Dat deed ze, maar pas na het overlijden van haar moeder. En ze schrok, want tussen allerlei al bekende informatie las ze de mededeling dat haar opa, oma´s man, in de oorlog lid was geweest van de NSB. Omdat hij ´altijd al een hekel aan Joden had gehad´.
Wanneer de wetenschap over haar grootvader wat is bezonken besluit Sitalsing, nog steeds ietwat onzeker, alles haarfijn te gaan uitzoeken. Om te beginnen bij de ´bruine dozen´, de wandelgangbenaming van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, een afdeling van het Nationaal Archief. Van iedereen die in de jaren direct na de oorlog onderwerp is geweest van een melding over of een justitieel onderzoek naar zijn of haar gedrag tijdens de oorlog, bevatten die archiefdozen de documenten daarover. Dat kunnen officiële stukken zijn, verslagen van onderzoek en rechtszittingen, maar ook persoonlijke zaken als een dagboek of brieven. Sitalsing is niet alleen, merkt ze op de eerste dag van haar onderzoek. De studiezalen zitten vol met mensen die zich in precies dezelfde situatie bevinden.
Waar ik me voor schaam is het verslag van haar zoektocht. Maar ook, misschien zelfs meer, de vastlegging van haar omgang met de nieuwe kennis, met de verwerking ervan. Nu is ze wat betreft het doen van onderzoek geen groentje. Ze schrijft al jaren columns en essays over politiek en maatschappij voor de Volkskrant, ontving de Heldringprijs voor beste columnist van Nederland en schreef in 2016 een biografie van Mark Rutte. Maar daar wringt ook de schoen wel een beetje. In haar teksten hamert ze op transparantie, probeert ze de waarheid boven water te krijgen. Zelf noemt ze haar columns ‘misschien soms wat belerend’. En dat roept de vraag op hoe om te gaan met haar NSB-opa. Moet ze het van de daken schreeuwen? Moet ze haar beste collega’s informeren? Voorlopig eerst maar het onderzoek, meent ze, dan komt de rest op z’n tijd wel.Ze informeert wel haar kinderen, nog pubers. En ze gebruikt dat ook. In ieder van de twaalf hoofdstukken in haar boek is er een moment dat ze het onderwerp van dat hoofdstuk aan haar kinderen voorlegt. Hun mening wil hebben. Dat werkt soms heel verfrissend.
En waar gaan die hoofdstukken dan over? Een beknopte opsomming: ‘Verzamel de feiten; familie doet ertoe; vergeet de context niet; wees mild voor de gebutsten; maak een lijst van dingen waarvoor je je schaamt; wantrouw de eigen verklaringen; zoek elkaar op; heb compassie; het verhaal is niet van jou; vertel het door en waarschuw; en je hoeft geen sorry te zeggen.’ Het afwerken van dit lijstje, het contact met lotgenoten en een open mindset verschafte Sitalsing duidelijkheid en bezorgt de lezer een verrassende leeservaring.
Sheila Sitalsing / Waar ik me voor schaam. Over zwijgen en het doorgeven van schuld / 205 blz / De Bezige Bij, 2025

