zondag 29 juni 2025

Vorm geven aan heel dagelijkse dingen

Wie onlangs Perfect Days heeft gezien, de speelfilm waarin Wim Wenders een schoonmaker van openbare toiletten in Tokio portretteert, heeft kennis gemaakt met meer dan één aspect van de Japanse samenleving. De stad, in ieder geval het centrum ervan, oogt schoon. Japanners deponeren hun afval namelijk gewoon in de daarvoor bestemde vuilnisbakken, zo moeilijk is dat niet. Het lijkt er ook veilig, je kan ’s avonds laat zonder gedoe over straat. En je fiets zomaar ergens achterlaten en die uren later schijnbaar achteloos weer oppikken, zonder de angst voor diefstal, is voor een grote stad ook vrij opmerkelijk. En dan die openbare toiletten: juweeltjes zijn het, stuk voor stuk. Ze zijn de afgelopen jaren ontworpen door gerenommeerde vormgevers. Ze staan in het groen, in of bij parkjes. Ze zijn voorzien van slimme en soms speelse gadgets. En beantwoorden aan de voorliefde van veel Japanners om hun leefomgeving te verfraaien, zelfs als het gaat om zoiets banaals als een openbaar toilet. De film van Wenders maakte het Tokyo Toilet Project wereldberoemd. De wandeling langs de zeventien toiletten, alle in de wijk Shibuya, is inmiddels razend populair onder toeristen. Wanneer je onder het lopen flink doordrinkt, zou je enkele toiletten ook daadwerkelijk kunnen uitproberen, stel ik mij zo voor.

Die neiging om zaken schoon en vooral mooi te willen afwikkelen vormt het uitgangspunt van de vorig jaar verschenen roman Boven aarde, beneden hemel van Milena Michiko Flašar. Daarin staat een jonge Japanse  vrouw centraal, Suzu, die op zichzelf in een grote stad woont waar zij als serveerster in een diner werkt. Met haar ouders, die in een stadje op het platteland wonen, heeft zij weinig contact. Vrienden heeft zij niet, de enige aanspraak die zij heeft is die van haar hamster. Dit leven, dat je toch wel enigszins uitzichtloos zou kunnen noemen, verandert op de dag dat ze besluit te reageren op een vacature waarin om een schoonmaakster wordt gevraagd. Maar niet zomaar een schoonmaakster …

Kodokusha is de term waarmee het wordt omschreven: ´eenzame overledene´. Het verwijst naar de dood van mensen die eenzaam in hun huis sterven. In Japan overkomt dat hoofdzakelijk mannen van middelbare leeftijd en ouder die geen familie of vrienden meer hebben, of het contact daarmee hebben verloren. Zich bewust van zo’n mogelijk scenario, een eenzame dood, sluiten velen van hen nog tijdens hun leven een contract met een firma die is gespecialiseerd in het opruimen en schoonmaken van hun huis of appartement na hun dood. Zo’n operatie behelst het verwijderen van verontreinigingen zoals lichaamsvocht, van geuren en ongedierte – soms heeft het even geduurd voordat buren de ‘afwezigheid’ van hun buurman hadden ontdekt. Na het afvoeren van de inboedel wordt zo’n huis of appartement dan leeg en blinkend schoon opgeleverd. Heel persoonlijke objecten, bijvoorbeeld een fotoalbum of medailles, worden apart gehouden en in de vorm van een ‘herinneringsdoos’ aangeboden aan nog levende familieleden, mochten die er zijn.

Bij zo’n bedrijf gaat Suzu aan de slag. Het is zwaar werk, zowel lichamelijk als emotioneel. Ofschoon ze zich probeert af te sluiten voor de indrukken die ze opdoet tijdens een schoonmaak, kan ze niet voorkomen dat het haar soms aangrijpt. Dit wordt versterkt omdat de eigenaar van de firma, de al wat oudere meneer Sakai, er op staat iedere schoonmaak in te kleden met het nodige ceremonieel, zoals een dichterlijke groet bij aankomst en een vaarwel bij afronding. Hij kent immers de mensen wier leven ze opruimen, hij heeft contact met hen gehad toen zij – soms lang geleden – de overeenkomst afsloten. En heeft hen beloofd van hun levenseinde alsnog een waardig en smaakvol moment te maken.

De baan blijkt precies wat Suzu nodig had om uit haar isolement te raken, haar eigen eenzaamheid beetje bij beetje te verruilen voor sociale contacten. Het is mooi hoe Flašar werkt met spiegelingen, Suzu´s situatie verweeft met haar ervaringen op het werk. Met een jongen die tegelijk met haar werd aangenomen krijgt zij – heel voorzichtigjes - een relatie.

Milena Michiko Flašar (1980) is de dochter van een  Oostenrijkse vader en een Japanse moeder. Ze is de auteur van een klein oeuvre, romans die gaan over specifiek Japanse maatschappelijke kwesties. Een paar jaar geleden las ik van haar Een bijna volmaakte vriendschap, een roman over het verschijnsel hikikomori. Daarbij zonderen meestal jonge mensen zichzelf voor minstens zes maanden vrijwillig af in een huis of kamer, waarbij ze het contact met familie en vrienden tot een minimum beperken. Een aangrijpend en lastig te verklaren fenomeen. Net als kodokusha, dat zo’n dertigduizend maal per jaar plaatsheeft, vooral in grote steden, is ook dat een vrij veel voorkomend verschijnsel. 

Milena Michiko Flašar / Boven aarde, beneden hemel / Vertaald uit het Duits door Kris Lauwerys en Isabelle Schoepen / 288 blz / Cossee, 2024