De dag van de jakhals speelt in Frankrijk, in 1963. Het land wordt dan geteisterd door politiek geweld, bomaanslagen en bankovervallen. Het is de nasleep van de Algerijnse Vrijheidsoorlog, die het jaar ervoor is geëindigd met de onafhankelijkheid van de voormalige kolonie. Maar conservatieve elementen in Frankrijk en Algerije verzetten zich daar nog steeds tegen. Ze hebben zich verenigd in de Organisation de l´armée secrète, afgekort als OAS. Goed voorzien van wapens, deels verkregen door illegale hulp van (oud)militairen, veroorzaken ze maatschappelijke onrust om zo een poging te kunnen doen de macht te grijpen. De eerste en belangrijkste stap daarin is het vermoorden van de Franse president, Charles de Gaulle.
Maar in het voorjaar van 1963 zijn twee pogingen daartoe mislukt. Enerzijds door een zeker amateurisme van de kant van de OAS, anderzijds omdat de Franse geheime diensten zo langzamerhand de tactiek van de organisatie een beetje kunnen doorgronden. Dat vraagt dus om een andere aanpak. Daarom wordt de derde opdracht de president te vermoorden nu eens niet gegeven aan een bevlogen revolutionair, hartstochtelijk aanhanger van de OAS, maar aan een koelbloedige Britse huurmoordenaar. Een professional, een man die volledig onzichtbaar én solo opereert. Die vraagt wel de hoofdprijs, maar dat bedrag weet de OAS middels enkele tientallen bankovervallen op te hoesten.Forsyth doet hier in zijn debuut wat hij veel vaker in zijn loopbaan zou doen: een verhaal opbouwen op basis van de historische werkelijkheid, waar hij dan verhaallijnen en spectaculaire gebeurtenissen aan toevoegt die het tot een spannende thriller maken. Fascinerend is hoe hij de huurmoordenaar laat opereren. Die neemt tijd en rust voor de voorbereidingen van de aanslag, laat wapens op maat maken en voorziet zichzelf van meerdere identiteiten, zowel qua documenten als in zijn uiterlijke voorkomen. Hij is daardoor bijna ongrijpbaar, want onbekend, komt in geen enkele kaartenbak voor. Wanneer de politiediensten toch een vermoeden krijgen van de opzet, begint een kat-en-muis spel dat werkelijk geniaal is opgezet. Dat dit boek enkele jaren geleden is verkozen tot beste thriller ooit ga je dan begrijpen. De Gaulle werd natuurlijk niet vermoord, maar ondanks dat je dit al weet staat het water je in de slotscènes toch in de handen.
The Day of the Jackal verscheen in 1971 en werd twee jaar later verfilmd met Edward Fox in de hoofdrol. Britser kan niet, denk ik dan. Ik zag deze film nog nooit, maar de recensies die ik vond op internet waren lovend. Ik lees zojuist ook dat er recent een televisieserie van is gemaakt. Maar daarin lijkt zoveel te zijn aangepast of ronduit gewijzigd dat ik me afvraag of ik die, als liefhebber van de originele boekversie, moet willen zien.Het mooie aan Forsyths biografie, in ieder geval de vroege jaren, vind ik dat die zo passend aansluit bij datgene wat hij later als auteur zou gaan doen. Na zijn dienstplicht, doorgebracht als piloot, werkte hij als assistent-diplomaat en vervolgens in het begin van de jaren ’60 als correspondent voor het persagentschap Reuters en de BBC. Hij zat in Berlijn toen de muur werd opgericht, werd naar brandhaarden als Nigeria en Biafra gestuurd en deed voor een reportage onderzoek naar de aanslagen op De Gaulle. Het is dan ook niet vreemd dat een van de meest geuite lofprijzingen voor zijn boeken de geloofwaardigheid ervan betreft: veel ervan had hij immers zelf al eens van nabij meegemaakt.
Frederick Forsyth / De dag van de Jakhals / Vertaald uit het Engels ‘The Day of the Jackal’ door J.F. Niessen Hossele / Luisterboek, voorgelezen door Jeroen Tjepkema / 13 uur en 24 minuten / Bruna, 2019, via Storytel


