‘Lieve Ger,
Ik verheug me geweldig op vrijdag! Uit eten met Ger Beukenkamp, wat kan een mens zich nog meer wensen? De porties zullen bescheiden zijn, want door het afbouwen van de Seroxat ben ik nog steeds een beetje misselijk, maar dan heb ik meer tijd om naar je te kijken, zullen we maar zeggen. Jij kunt rustig doorkauwen, geen probleem.’
We schrijven 1 juni 1999. In deze fax, en twee volgende van enkele dagen later, informeert Nicolien haar correspondentiebuddy op de haar kenmerkende, feitelijke toon over drie wezenlijke veranderingen in haar leven: ze bouwt het medicijn tegen depressies en angstaanvallen dat ze al jaren slikt af; haar ouders zijn van plan om haar, mede om belastingtechnische redenen, veertigduizend gulden te schenken; en ze is een roman aan het schrijven. Die debuutroman zou het jaar erop verschijnen, onder de titel Voor God en de Sociale Dienst. Als lezer weet je dan dat veel in deze bundeling faxen zal lijken op de eerdere bundels – gelukkig maar! – maar dat de hoofdpersoon zich ook ontwikkelt, dat Mizee nieuwe perspectieven opent.
Mizee stelt die roman samen uit de inmiddels enorme stapelt faxen, die ze voor dit doel allemaal zorgvuldig doorneemt. Wat haar brengt tot ontboezemingen als: ‘De eerste twee à drie jaar dat ik aan jou schreef, was elke fax eigenlijk een poging om de vorige uit te wissen. […] Ik kan je met geen pen beschrijven hoezeer ik mij heb geschaamd voor alles wat ik je geschreven had, tot gekwordens toe, zwetend in de nacht, kreunen, nagels in handpalmen. We moeten ons harden. Met wetenschappelijke blik kijken naar onszelf en wat wij voortbrengen en het oordelen aan anderen overlaten. Niet meer weten dan: dit heb ik gemaakt, dit moest ik dus doen, nu is het er en misschien, waarschijnlijk zelfs, heeft het een waarde die ikzelf niet kan zien.’ Zodra de roman is voltooid en de uitgeverij akkoord heeft gegeven op publicatie, laat ze het manuscript aan vrienden en familie lezen. Hun overwegend enthousiaste reacties doen haar voor het eerst beseffen dat ze, nu ook in de buitenwereld, voor een schrijver wordt aangezien. Ze kan haar geluk niet op.
Het herwonnen zelfbeeld doet haar knopen doorhakken. De relatie met haar Louise wordt beëindigd. Ze ontwikkelt een twijfel met betrekking tot het naaktposeren voor schilderclubs en wat dat met haar doet. En ze leest veel werk van andere auteurs, iets dat ze lange tijd nauwelijks deed. Waarom? Op zoek naar ideeën voor de compositie van haar roman, ter inspiratie voor mogelijke volgende romans. Ze ziet een heel oeuvre voor zich. ..
Nicolien Mizee / Hoog en laag springen. Faxen aan Ger 4 / 442 blz / Van Oorschot, 2021