woensdag 6 december 2023

Grenzen van de wetenschap

Willen bevatten hoe de wereld in elkaar steekt. In de geschiedenis van de mensheid is die hunkering van generatie op generatie doorgegeven. En dat heeft ook het nodige opgeleverd. In een ogenschijnlijk steeds sneller tempo hebben wetenschappers de geheimen van het leven op aarde ontsluierd. En de laatste decennia steeds vaker ook van de wereld daarbuiten. Die geschiedenis van de wetenschap vormt een fascinerend verhaal. De Chileense schrijver Benjamin Labatut is die mening ook toegedaan, en publiceerde in 2020 Het Blinde licht. Daarin voert hij een handvol twintigste-eeuwse wetenschappers en hun grootste ontdekkingen op. Ofschoon op de cover en titelpagina wordt vermeldt dat het hier gaat om een roman, is het dat niet. Of, tenminste, niet echt. Maar het boek is ook geen pure non-fictie. Bovendien was mij bij lezing niet helemaal duidelijk wat nu de samenhang tussen de verschillende – hoofdstukken, essays? – is. Ook naar Labatuts boodschap is het een beetje vissen. Maar zijn dat niet de leukste boeken?

De wetenschappers die Labatut heeft gekozen zullen buiten de kring van vakgenoten wellicht niet heel bekend zijn. Afgezien van Albert Einstein, die in meerdere verhalen opduikt, kende ik in ieder geval geen van de anderen. Een daarvan is Karl Schwarzschild, astronoom, fysicus en wiskundige. Van hem ontving Einstein de dag voor Kerstmis 1915 een brief, met daarin de eerste exacte oplossing voor de vergelijkingen van de algemene relativiteitstheorie die hij net een maand daarvoor in een wetenschappelijk tijdschrift had gepubliceerd. De oplossing was briljant beredeneerd, en dat in uiterst korte tijd. En … tot stand gekomen in de loopgraven, tussen de mortierinslagen en  gifgaswolken van de Eerste Wereldoorlog, want Schwarzschild had dienst genomen toen zijn land daarom vroeg en was als luitenant naar het front gestuurd.

Labatut gebruikt dan de rest van het verhaal om de lezer Schwarzschilds leven tot dan toe te schetsen. Een joodse Duitser, gefascineerd door het heelal en begiftigd met een fenomenaal talent voor wiskunde. Maar die in het leger, vermoedelijk als gevolg van blootstelling aan gifgassen, een auto-immuunziekte zou oplopen die hem een pijnlijk sterfbed bezorgde. Kort nadat hij de brief aan Einstein had verstuurd. Diens prompte antwoord bereikte een dode. 

Andere wetenschappers die voorbijkomen zijn Fritz Haber, Werner Heisenberg en Alexander Grothendieck. Het thema waarop Labatut middels hen varieert is de smalle scheidslijn tussen genialiteit en waanzin, tussen de zin en onzin van wetenschappelijke vooruitgang, tussen wetenschapper en mens. Fritz Haber bijvoorbeeld dankt zijn faam aan de creatie van kunstmest, maar voortbouwend daarop ook de in de oorlog gebruikte gifgassen. En later – hij was toen al overleden – het beruchte Zyklon-B. Het werk van Heisenberg zorgde voor een doorbraak in de quantummechanica, en werd dankbaar gebruikt door het team dat de eerste atoombom bouwde. Voor het wiskundige genie Grothendieck tenslotte is de grens op een gegeven moment bereikt: hij zondert zich af, leeft verder als een kluizenaar. Ver van de gevaarlijke wetenschap.

Een hartstochtelijke toon is wat de afzonderlijke verhalen gemeen hebben. De compositie van de bundel als geheel blijft voor mijn gevoel wat zoekend, instabiel. Maar inmiddels is er, drie jaar later, een volgende roman van Labatut: De Maniac. Ik ga die binnenkort maar eens lezen. 

Benjamin Labatut / Het blinde licht / Vertaald uit het Spaans door Peter Valkenet / 222 blz / Atlas Contact, 2020