zondag 30 juli 2023

Een jaar met Pieter Waterdrinker

Ooit schreef Pieter Waterdrinker de zin: ‘Iedere generatie in dit land lijkt gedoemd om de vreselijke geschiedenis die ze als kind op school leren, later als volwassene zelf te moeten meemaken’. Dat was in de roman Lenins balsem uit 2013, te lezen als een aanklacht tegen de Russische maatschappij  in de eerste jaren na de val van de Muur, maar verpakt als een uiterst geestige, doldwaze komedie. Met dat boek, en met de later verschenen romans Poubelle en Tsjaikovskistraat 40, vestigde Waterdrinker zijn naam als romancier die tot in zijn haarvaten vergroeid is met de Russische maatschappij, met de gewone Rus. Een langdurig correspondentschap voor de Telegraaf en andere media, een Russische partner – Julia Klotchkova, docent Duits en kookboekenschrijfster –, een woning in Sint-Petersburg en een klein kantoortje in Moskou hadden daartoe geleid. Toen onlangs het dagboek verscheen dat hij bijhield tussen november 2021 en afgelopen maart, was ik dan ook ‘in blijde verwachting’. Ik werd daarin niet teleurgesteld, maar enkele opmerkingen zijn daarbij wel te maken.

Waterdrinker begon Van huis en haard. Dagboek van een jaar op drift om ‘een leegte’ die hij voelde te bestrijden. Zijn vorige roman had hij bij zijn uitgever ingeleverd, en hij was niet meer als vroeger schrijver én correspondent. Naar het fulltime schrijverschap had hij lang uitgekeken, nu dat vanwege het succes van zijn boeken een feit was, was het even zoeken naar een nieuw werkritme. Dus een dagboek leek een goede voorlopige oplossing. Maar eind 2021 was ook de periode waarin de dreiging van een Russische inval in Oekraïne steeds voelbaarder werd. Hij besloot ermee door te gaan.

Ik snap dat je in een dagboek met enige regelmaat noteert wat er gebeurt in je leven. Als je dat uitsluitend voor jezelf doet, mag alles erin. Niemand dan jijzelf zal daar last of plezier van hebben. Maar wanneer je een dagboek bijhoudt met het oog op eventuele publicatie, lijkt een zekere selectie me raadzaam. Dat doet Waterdrinker zo te zien niet. Dat is jammer, want juist in 2022 breekt hij internationaal door, verschijnen er vertalingen van eerder werk in het Engels en gaan Duitse en Hongaarse vertalers aan de slag. De promotiecampagnes daarvoor, uitnodigingen voor lezingen en literaire festivals, in Engeland, in Canada en nog zo wat plekken, voor Waterdrinker is het nieuw, spannend, op deze schaal maakte hij dat niet eerder mee. Dus zegt hij overal ja op. Maar al die gebeurtenissen, ontmoetingen, de collega’s die hij spreekt, de drankjes, de roddels die hij oppikt, alle name dropping, het wordt voor jou als lezer wat veel. (Die roddels zijn trouwens nog wel aardig...)  

Veel sterker zijn de passages over zijn privéleven. Want wat moeten hij en Julia doen nu Poetin lijkt af te stevenen op een pariastatus van het land, een internationale breuk. Zullen ze straks nog wel weg kunnen komen? Loopt hun appartement in Sint-Petersburg, aan de Tsjaikovskistraat 40, dat ze kochten als een oudedagsvoorziening en dat op naam staat van Waterdrinker, een buitenlander, niet het gevaar te worden onteigend? In het voorjaar van 2022 verkassen ze vanwege de steeds dreigender sfeer met hun poezen voorlopig naar een huisje op het Franse platteland, niet ver van Cordes-sur-Ciel. Ook al hun vluchtadres tijdens de Russische corona. Het overzetten van het appartement op Julia’s naam weten ze nog te regelen, voor wat dat in het huidige Rusland waard is. 

En dan die oorlog. Als correspondent bereisde Waterdrinker de USSR en later Rusland en de nieuwe republieken tot in alle hoeken en gaten, onder alle omstandigheden. Ook nu reist hij naar Rusland, en naar Oekraïne. Dat laatste is niet  zonder risico, want als onafhankelijk schrijver verleent de Nederlandse ambassade hem niet de service van een nieuw, ´schoon´ paspoort, wat hij als correspondent wél kreeg. Hij reist dus met een paspoort vol Russische stempels, en dat in Oekraïne. Hij vermijdt mede daarom de frontregio’s met z’n talloze controleposten. In gezelschap van zijn vriend Olaf Koens, oorlogsverslaggever, bezoekt hij Odessa, waarna hij zelf doorreist naar Kiev en Lviv. Om er te zien wat de oorlog, de vliegende bommen bij de mensen aanrichten. Om afscheid te nemen van de steden zoals die ooit voor hem waren. De toon is hier soms fel, dan weer berustend. Maar altijd met het mededogen voor de mensen die door het systeem – in dit geval een oorlogszuchtige dictator – worden vermorzeld, die hun leven zien verdwijnen. Die dat tijdens hun leven al eerder hebben meegemaakt, of er op school van hebben gehoord. 

Waterdrinkers uitgever rept op de achterflap van het boek van ‘Een uniek document humaine over deze tijd’. Dat lijkt me wat al te ronkend. Maar de ondertitel, ‘Een jaar op drift’, is daarentegen heel toepasselijk. Waterdrinkers wereld is op drift, en daarmee hijzelf. Maar schrijven over Rusland kan hij nog als de beste.

Pieter Waterdrinker / Van huis en haard. Dagboek van een jaar op drift / 399 blz / Nijgh & Van Ditmar, 2023