dinsdag 14 februari 2017

Meesterschap op de korte baan

Er zijn situaties die je je liever niet wil of kan voorstellen. Voor mij staat hoog op dat lijstje het passagier zijn in een neerstortend vliegtuig. Dat lijkt me afgrijselijk. Maar dat is nu juist een van de situaties die Bertram Koeleman beschrijft in het slotverhaal van zijn bundel Engels voor leugens. Door de ogen van de ik-figuur in dat verhaal beleven we de laatste gedachten die door zijn hoofd flitsen, de paniek van de passagiers, de plotselinge val en het opbreken van het vliegtuig in verschillende stukken. De ik-figuur zoekt contact met zijn vrouw maar die kijkt, een crucifix in haar handen, verstard voor zich uit. Een man staat op in het gangpad en roept God aan. In de wetenschap dat zijn lichaam binnen enkele minuten zal zijn veranderd in houtskool, hoopt hij hartstochtelijk ‘dat de angst mijn zintuigen zal overweldigen. Dat ik niet bij bewustzijn ben wanneer het toestel te pletter slaat.’

Het is een ongemakkelijk verhaal, het roept iets op waarover je eigenlijk niet wilt nadenken. Ook de titel van het verhaal, Vluchtgedrag, schuurt een beetje. Is het sec de beschrijving van het gedrag van de man en de passagiers, is het zijn wens buiten bewustzijn te raken? Of slaat het op ons gevoel als lezer?  Hoe het ook zit, het verhaal is kenmerkend voor de manier waarop Koeleman in deze bundel omgaat met gebeurtenissen en personages. De setting is de werkelijkheid, vaak een heel alledaagse. Daaruit licht hij een kern – of voegt die juist toe – die de basis vormt voor een verrassende wending of gezichtspunt. Sommige situaties ontwikkelen zich ronduit absurd.

Het is verleidelijk om hier naar de verhalen van Kafka te verwijzen. Dat zou echter te gemakkelijk zijn. Koeleman heeft met zijn grote voorganger gemeen dat zij beiden een voorkeur hebben voor het absurde, voor het gebruiken van een verhaal om een idee te poneren. Maar Koeleman heeft een heel eigen stijl, ironie en ook (zwarte) humor zijn altijd wel in de buurt. En wat ik misschien wel het meest bewonder is de vindingrijkheid. Wat te denken van het openingsverhaal, waarin een brave ambtenaar van het bevolkingsregister er achter komt dat mensen met wie hij contact heeft plotseling overlijden? Plichtbewust zondert hij zich af, stelt op schrift wat er gaande is en voorvoelt welke catastrofe er desondanks zal plaatsvinden.

Engels voor leugens is Koelemans eerste verhalenbundel. In 2013 debuteerde hij met de roman De huisvriend, die de shortlist van de Anton Wachterprijs haalde. In het dagelijks leven is hij inkoper bij boekhandel H. de Vries in Haarlem. Dus altijd met literatuur en boeken bezig. In het verhaal In de kiem reist hij – de auteur/verteller - naar een andere stad om een schrijfworkshop te geven. Tijdens die workshop ontstaat er iets tussen hem en een jonge, mooie studente. Na afloop belanden ze in een cafĂ©. Maar tegengesteld aan wat je dan als lezer verwacht, belandt de verteller keurig in zijn trein naar huis. Met in zijn hoofd een idee, de kiem voor een verhaal. Het lijkt een recht-toe, recht-aan vertelling, maar Koelemans zorgvuldige, mooi doserende stijl van schrijven zorgt ervoor dat je in nauwelijks tien bladzijden een halve roman aan indrukken, gedachten en kansen ziet passeren. Meesterlijk in zijn eenvoud.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten