woensdag 10 augustus 2022

Het huis in Engeland

Slapeloze nachten, daar begint het mee. Niet in slaap kunnen komen, midden in de nacht wakker worden en niet meer kunnen inslapen. Voor Maarten Asscher is het een al langer bestaand probleem, waar hij ondanks veelsoortige pogingen maar niet vanaf komt. Tot zijn broer Erik hem een dagboekje uitleent dat hij jaren geleden heeft bijgehouden tijdens een weken vakantie in Kew. Erik en Maarten logeerden daar gedurende zo´n twaalf jaar vrijwel iedere zomervakantie wekenlang bij hun grootouders van vaders zijde. Een van de dingen die Maarten zich herinnert is dat hij daar geen slaapproblemen had, integendeel. Het lijkt het proberen waard: ‘Dit vakantieboekje bevat een versie van deze meest intense jeugdherinneringen, die zich ergens in mijn hart en hoofd bevinden. […] kan ik mij beter afvragen […] wat ik met die eigen herinneringen doe. Met andere woorden: zou dat innerlijk jeugdparadijs nog te bereiken zijn, kan ik het nog in de geest oproepen? In plaats van de slapeloosheid te bestrijden met middeltjes, sapjes en andere kunstgrepen, zou ik tijdens al die slapeloze uren beter kunnen proberen mijn herinneringen aan Kew naar boven te halen en die tegen de binnenkant van mijn oogleden te projecteren. Wie weet, valt dan in dat innig dierbare huis in Engeland de onbezorgde slaap terug te vinden die ik nadien ben kwijtgeraakt.’

Een mooi gevonden vertrekpunt voor een sentimental journey. En ‘innig dierbaar’ is dat huis van zijn grootouders, 34 Pensford Avenue in Kew, hem wel. De zomers die hij daar doorbracht, eind jaren zestig en begin jaren zeventig, zijn gemakkelijk op te roepen. In detail herinnert Maarten zich het huis. Vertrek na vertrek komen ook de herinneringen aan zijn opa en oma weer boven. Hoe de eerste, gepensioneerd ingenieur in dienst van Shell, hem op zijn studeerkamer complexe stukjes natuurkunde uitlegde. En hoe de tweede hem steeds maar weer meenam naar de Kew Botanical Gardens, die aan het eind van de straat lagen. Waar ze hem haar enthousiasme voor de prachtige borders met zomerbloeiers overbracht. Terwijl zijn opa hem bij hun bezoeken veeleer wees op de wetenschappelijke classificatie. Maar ook de middagen dat hij met hen beiden, met de gordijnen gesloten tegen de zon, de wedstrijden op Wimbledon bekeek, het tijdperk van Rod Laver en Billy Jean King. Regen herinnert hij zich eigenlijk niet – wat vreemd is.

Pas nu, nachtenlang die wereld weer oproepend, realiseert Maarten zich dat er voor hem nog een los eindje zit aan de familiegeschiedenis. Iets dat waarvan hij zich altijd half en half bewust was, maar nooit durfde te vragen. Dat is het Joods zijn van zijn grootouders, en de manier waarop zij in Nederland veilig door de oorlog heen zijn gekomen ondanks dat ze werden opgepakt en enkele weken doorbrachten in Kamp Westerbork. Dat ‘geheim’ weet hij te achterhalen, waarmee hij tevens weet waarom zij na de oorlog naar Engeland zijn gegaan.

Een mooi kleine roman, zorgvuldig uitgewerkt en een feestje om te lezen.

Maarten Asscher / Een huis in Engeland. Roman van een kleinzoon / 238 blz / De Bezige Bij, 2020