vrijdag 3 juni 2022

Maarten en Nicolien wandelen door

In mijn top tien van geliefde romanpersonages staan Maarten Koning en zijn Nicolien hoog genoteerd. Hun schepper, J.J. Voskuil, heeft hen dan ook onsterfelijk gemaakt door een substantieel deel van zijn semi-autobiografische oeuvre aan ze op te hangen. Allereerst natuurlijk in de zeven delen van Het bureau, verschenen tussen 1996 en 2000. Maar ook in de daarna verschenen drie bundels met hun vakantiewandelingen Terloops: Voettochten 1957-1973. Tel daar De moeder van Nicolien bij, of De buurman, en zelfs het vroege Bij nader inzien, en je komt al gauw op zo´n achtduizend bladzijden waarin je aan hen verknocht kan raken.

J.J. Voskuil en zijn Lousje zijn niet meer, en daarmee is de gestage stroom teksten gestopt. Maar … dat lijkt maar zo. Wim Huijser, de biograaf van C. Buddingh’ en auteur van een respectabel aantal wandelgidsen en andere boeken over de natuur, kwam op het lumineuze idee ze een tweede leven te geven. Vorig jaar publiceerde hij al een bloemlezing met wandelpassages uit het oeuvre van Voskuil, Had je nog willen wandelen?, en nu is daar Aan de wandel. In stukjes van niet meer dan anderhalve bladzijde beschrijft hij hoe Maarten en Nicolien vandaag de dag wandelen. Waar ze wonen wordt niet duidelijk, en ook hoe oud ze zijn. Maar ze hebben zich, ofschoon aarzelend en wat Nicolien betreft met frisse tegenzin, overgegeven aan enkele geneugten van het moderne bestaan. Ze hebben een laptop aangeschaft en Maarten maakt zelfs gebruik van een mobiele telefoon. De basis van het wandelen blijft hun imposante wandelbibliotheek en hun richtinggevoel, maar in noodgevallen zouden ze digitale hulp kunnen inschakelen.

Covid-19 heeft van wandelen booming business gemaakt. Wanneer Nicolien dat in de krant leest – nadat ze het tijdens het wandelen al enigszins hebben ervaren – ontploft ze: ‘Zo is voor mij de lol er wel af’, is haar reactie. Wanneer ‘jonge, hippe types’ in ‘flitsende kleding’ de ‘Trage Tochten’ en ‘Groene Wissels’ ontdekken, aan de wandel gaan en wandelen ‘volkssport nummer 1’ wordt, hoeft het voor haar niet meer. Wanneer Maarten, gewend aan dit soort doordraafgedrag, laconiek antwoordt dat het zo’n vaart wel niet zal lopen, wordt ze nog bozer. Maar binnen de anderhalve bladzijde komt het ook weer goed.

Huijser kent Maarten en Nicolien door en door. Meer nog dan uit de recht toe, recht aan botsinkjes als hierboven blijkt dat uit de passages die zijn doordrenkt van een zekere weemoed. Zoals wanneer Maarten in zijn boekenkast stuit op Winterlogboek van Paul Auster en dat voor hem en Nicolien de aanleiding vormt voor een mooie bespiegeling over ouder worden en de herinnering. Goed gevonden en knap uitgewerkt.

De opzet van de bundel, met maar liefst 91 korte teksten, resulteert in een rijke, haast overvloedige schakering van indrukken. Met heel veel plezier gelezen – en alweer aan het herlezen.

Wim Huijser / Aan de wandel / Met tekeningen van Maaike Alma / 199 blz / Noordboek, 2022