vrijdag 1 oktober 2021

Een half jaar op Urk

Urk heeft de reputatie een dorp te zijn met veel godvrezende inwoners voor wie de bijbel een houvast is in het dagelijkse leven. Urk is eeuwenlang een eiland geweest in de voormalige Zuiderzee, het huidige IJsselmeer. Door de lange afzondering en beslotenheid van Urk heeft dat gelovige karakter zich kunnen ontwikkelen en versterken. Maar Urk is ook het dorp dat de afgelopen tijd heel regelmatig in het nieuws was vanwege gebeurtenissen die haaks lijken te staan op die reputatie. Een greep.  Het afgelopen voorjaar, tijdens de beperkingen vanwege Covid-19, organiseerde Thierry Baudet er een campagnebijeenkomst waar jongeren niet alleen massaal en enthousiast op afkwamen, maar waarop ze elkaar ook stevig en heel demonstratief de hand schudden. Ook staken Urker jongeren rond die tijd een teststraat van de GGD in brand, eveneens een publieke afwijzing van het coronabeleid. En onlangs had een kleiner groepje slimmerds de briljante inval een groepsfoto te laten maken, gekleed in Nazi-uniformen. Gebeurtenissen en acties die in het hele land tot verontwaardiging leidden. Gebeurtenissen en acties die tevens niet strookten met het beeld van Urk als een bijbelvast dorp waar het leven de meeste dagen in pais en vree voorbijglijdt. 

Voor iedereen die zich afvraagt hoe het leven in Urk er werkelijk uitziet, hoe de inwoners in het leven staan en wat hun normen en waarden zijn, is er nu gelukkig De ontdekking van Urk, een verslag van de zes maanden die de Vlaamse journalist Matthias Declercq in 2019 in Urk doorbracht. Tien jaar eerder was hij één dag op het voormalige eiland, om in opdracht van zijn krant een reportage te schrijven over de moord op de veertienjarige Dirk Post. De indrukken van die dag, en vooral hoe die in de jaren erna op hem doorwerkten, deden hem uiteindelijk besluiten tot een rigoureus veldonderzoek. Declercq huurde een tuinhuisje bij een gastgezin met zes jonge kinderen net buiten het historische centrum van Urk, wat een gouden greep bleek. Zelf orthodox protestant, drong die familie hem niets op. Maar toen hij in zijn tiny house zijn spullen uitpakte, trof hij op de tafel wel een goede raad aan in de vorm van het boekje ‘Hoe kan ik God leren kennen?’ Op de achterflap daarvan las hij: ‘Heeft iemand je wel eens verteld dat God van je houdt en een geweldig plan met je leven heeft? In dit boekje ontdek je dat God veel om je geeft en dat je Hem persoonlijk kunt leren kennen.’ Met andere woorden: een stappenplan om het Licht te leren zien. Terwijl hij zijn boeken uitstalde zag hij buren nieuwsgierig naar hem loeren. 

De gelegenheid tot het observeren van de nieuweling kregen de Urkers nog volop. Declercq vertoonde zich overal in het dorp, van het café tot de supermarkt, van de haven tot de kerk. Van die laatste staan er in Urk maar liefst 25, iedere zondag bezocht hij daarom minimaal één dienst. Hij ontdekte ook dat er naast het lichte wantrouwen waarmee hij werd bekeken ook inwoners waren die het fijn vonden om met een buitenstaander over hun leven in het dorp te praten. En inwoners die hem fanatiek teksten stuurden op zijn mobiel in de hoop hem te bekeren. Hij was immers geen goddeloze Hollander maar een nette katholieke Vlaming, dus nog niet helemaal verloren. Toen ze hem na een tijdje wat beter kenden, plakten ze hem een etiket op: ‘Wettelijk getrouwde ongelovige, zonder kinderen, die artikelen schrijft’. Niet interessant voor hen.

De visserij is nog steeds de hoeksteen van de Urker economie. Op het industrieterrein zijn enkele van de grootste visbedrijven ter wereld gevestigd, firma’s die 24/7 vis krijgen aangeleverd van de Urker vloot én tientallen andere binnen- en buitenlandse vloten, die verwerken en over heel de wereld exporteren. Tijdens de week dat Declercq meevoer op een kotter op de Noordzee voelde hij dat als contact met het meest traditionele Urk. Hij maakte ook mee dat het dorp één werd, dat op een zeldzaam moment alle onderlinge religieuze gekissebis even wegviel. Dat was toen het bericht binnenkwam dat een Urker kotter op zee werd vermist. Een eeuwenoude traditie trad toen haast automatisch in werking, men was er voor elkaar.

Declercq realiseerde zich terdege dat hij niet in de valkuil van het veroordelen mocht vallen. Iedereen heeft immers recht op zijn eigen wijze van leven, zijn eigen normen en waarden. Maar als die strakke leefregels aantoonbaar schade toebrengen aan groepen inwoners, als allerlei verboden – internet, mobiel bellen op zondag, romans op de zwarte lijst - leiden tot frustratie, depressiviteit of het extreem uit de band springen als een daad van verzet, dan is er iets mis. Hij bezocht jeugdhonken in het industriegebied, waar jongeren uit zicht van hun ouders en familie alles uitprobeerden wat hen thuis werd verboden. In zekere mate is dat op veel meer plaatsen in het land het geval, hoort het zelfs bij het opgroeien. Maar de onverzettelijke, strikt bijbelvaste houding van dominees en ouderlingen, en in hun spoor van veel van de gelovigen, maakt het vinden van een oplossing, van een compromis, onmogelijk en zal de situatie dus waarschijnlijk alleen maar verergeren. 

In dat licht worden de in de eerste alinea van dit blogje genoemde uitspattingen begrijpelijker, krijgen ze een plek in het geheel. In een context waarin de traditionele conservatief-christelijke politieke partijen die op Urk populair zijn het jongere of modernere deel van de inwoners niets meer te bieden hebben, en de middenpartijen door velen als te links worden beleefd, lijken stromingen als die van FvD een aantrekkelijke alternatief. Daarmee ssmenhangend: de journalistieke aanpak van Declercq leverde ook een rijtje uitspraken op die hij hoorde ‘op café’ en andere plekken waar hij met Urkers boomde bij een biertje: ‘Greta Thunberg is een door de linkse lobby gesubsidieerd kind met autisme, de klimaatverandering is fors overdreven, Trump zegt tenminste waar het op staat, de NOS brengt alleen maar fake news en homo’s moeten niet in hun blote reet op Urk rondlopen.’ Ook dat soort uitspraken hoor je natuurlijk op heel veel plekken, maar naar de inschatting van Declercq op Urk toch net wat vaker, én serieus bedoeld.

Is mijn beeld van Urk, toch de aanleiding om dit boek te lezen, nu wat helderder? Ja, beslist. Declercq combineert een journalistieke aanpak met een gedegen bronnenstudie. Zijn tuinhuisje bij de kinderrijke familie leek op het laatst op een heuse bibliotheek over Urk, gevuld met boeken die Urkers hem uitleenden maar ook met verslagen van allerlei  onderzoeken door officiële instanties. Die combinatie van subjectief veldonderzoek en objectief uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek levert in mijn ogen een overtuigend en boeiend resultaat op, dat ook nog eens leest als een trein.

Matthias Declercq / De ontdekking van Urk / 326 blz / Podium, 2020