zaterdag 14 maart 2020

Auschwitz overleven

In het jaar waarin we herdenken dat de Tweede Wereldoorlog 75 jaar geleden eindigde verschijnt een eveneens 75 jaar geleden geschreven ooggetuigenverslag van het leven in het vernietigingskamp Auschwitz. De auteur ervan is Eddy de Wind. Op de dag dat de laatste Duitse troepen in januari 1945 op de vlucht voor het Russische leger Auschwitz verlieten, nadat ze eerst alle gevangen op dodenmarsen naar het westen hadden gestuurd, lukte het hem achter te blijven door zich te verstoppen. Toen de kust veilig was, ging hij op strooptocht en vond een schriftje. Daarin noteerde hij in enkele maanden het verslag van zijn leven in het kamp. Het aangrijpende verhaal werd al in 1946 gepubliceerd. Weinigen lazen het echter, wat bij een heruitgave in 1980 opnieuw het geval was. Maar ditmaal dreigt het uit te groeien tot een bestseller. Het verschijnt in 25 talen, in honderd landen zoals de uitgever in interviews trots meldt. Waarom het nu wel lezers aantrekt? Misschien helpt het dat er een uitgekiende mediacampagne achter zit. En dat wij, naarmate de gruwelijke gebeurtenissen verzinken in de tijd, dichterbij durven te komen. Maar zeker is het dat het persoonlijke, heet van de naald geschreven en nauwelijks literair opgesmukte verhaal indruk maakt. Het is wat het is, meer niet.

Het kan in het leven flink tegenzitten. Dat overkwam Eddy de Wind in 1942. Zijn moeder was door de Duitsers opgepakt en geïnterneerd in Kamp Westerbork. Met de Joodse Raad sprak hij af dat als hij zich vrijwillig zou melden in Westerbork – hij was net afgestudeerd als arts – zijn moeder zou worden vrijgelaten. Daar aangekomen bleek zij echter al te zijn weggevoerd naar Auschwitz, zelf moest hij blijven.

In het kamp ontmoette hij zijn vrouw, Friedel. Ze trouwden er in 1943, de groepsfoto die toen werd gemaakt toont het bizarre van die situatie. Nog in datzelfde jaar werden ze beiden op transport gesteld naar Auschwitz. Eddy werd aangesteld als verpleger van Poolse gevangenen, Friedel belandde in de medische barakken waar Jozef Mengele en zijn collega’s hun experimenten uitvoerden. Ze wisten beide te overleven.

De toon waarop Eddy verslag doet is die van een ooggetuige. Van een mens die langzamerhand zo verbijsterd raakt en murw geslagen is dat zijn waarneming van de gruwelen in zekere zin werktuigelijk wordt: Hij noteert wat hij ziet en door die directheid komt het afstandelijk, haast journalistiek over. Dat doet niets af aan de impact, versterkt die eerder.

Het lukte hem in het verborgene contact te houden met Friedel. Hij beschrijft aan welke medische experimenten zij wordt onderworpen. De machteloze woede springt van het papier. Friedels verwondingen bleken na de oorlog vooral lichamelijk te zijn, zo was kinderen krijgen niet meer mogelijk. Leven met elkaar, met beiden een trauma, bleek moeilijk. Zij scheidden in de jaren vijftig.

Eddy schreef zijn verhaal in de maanden dat hij op verzoek van de Russen nog in Auschwitz bleef om voor gewonden te zorgen. Hij had één doel: het aan de wereld vertellen. Maar gaandeweg  merkte hij dat hij voor zichzelf ook op zoek was naar de zin van de gebeurtenissen, naar het waarom van het kwaad en het proces van overleven. Vooral dat laatste werd voor hem een obsessie, in die zin hadden de gebeurtenissen hem voor altijd beschadigd. De vaststelling dat overleven in Auschwitz niet te danken was aan voorzichtig of slim optreden, maar een kwestie van puur toeval was, hakte er bij hem diep in.

Na de oorlog specialiseerde Eddy zich als psychiater in de behandeling van lotgenoten met oorlogstrauma’s en publiceerde over hun ziektebeelden en de behandeling daarvan standaardwerken. Hij overleed in 1987. De kinderen uit zijn tweede huwelijk besloten enkele jaren geleden een derde poging te ondernemen om het verhaal van hun vader onder de mensen te brengen. Dat is gelukt, mag je vaststellen.

Eddy de Wind
Eindstation Auschwitz. Mijn verhaal vanuit het kamp
Luisterboek, voorgelezen door Matthijs Wind
5 uur en 44 minuten
Meulenhoff / Storytel