maandag 7 augustus 2023

Knecht, alleen

Je bent als lezer nog geen tien of vijftien bladzijden ver in Knecht, alleen of een heel scala aan rotgevoelens is je al gepasseerd. Dat wat iedereen een depressie noemt, maar dat van Gerbrand Bakker zo niet mag heten, omdat een depressie gelijk staat aan de totale leegheid, een onvermogen om gevoelens te hebben. Wanneer je nog kan huilen, of rouwen, heb je gevoelens en ben je dus niet depressief. Van het een komt ook het ander. Dus je slecht voelen kan betekenen dat je daardoor seksueel tot weinig meer in staat bent, of daar sowieso helemaal geen zin in hebt. Bakker – want dat is de ‘patiënt’ - verkeert in de gelukkige omstandigheid dat hij niet te beschroomd is om specialistische hulp in te roepen. Dus de therapeut, de seksuoloog en hun collega’s komen ook voorbij. Goh, hoor ik u denken, vraag je je dan niet af of het wel leuk is om door te lezen? Het antwoord is dat ik me dat niet hoef af te vragen. Bakker is een meester in het beschrijven van het leven zoals het is. In goede tijden én in slechte tijden. Dus wanneer hij zielsgelukkig en gedachteloos klusjes uitvoert in zijn grote tuin, maar ook wanneer hij zich in totale eenzaamheid afvraagt wat de zin is van het leven. De reeks privé-domein is voor een boek als dit bij uitstek geschikt. In 2017 maakte Bakker ons voor het eerst in dit concept deelgenoot van zijn particuliere leven, in Jasper en zijn knecht. En nu, na de dood van zijn hond Jasper, doet hij dat opnieuw.

De ‘depressie’ staat ditmaal centraal. Maar daarnaast zijn er genoeg gelegenheden en momenten waarbij Bakker zich aan het rotgevoel weet te onttrekken en kan genieten. Zo leest hij al voor de vierde keer Het Bureau van J.J. Voskuil. Die reeks staat in zijn boekenkast in zijn huis in Schwarzbach, een gehucht in de Eifel. Voor hem is dat het mooiste boek ooit geschreven in de Nederlandse taal: ‘Ik heb het nodig nu: Voskuil als troostlezen, een bekende en veilige wereld waarnaar ik elke avond kan terugkeren. Boeken die feitelijk nergens over gaan maar o zo mooi zijn, en zo mooi kaal geschreven. Met humor ook.’ En: ‘Aangenaam aan Voskuil is dat hij het woord “gedeprimeerd” gebruikt en niet depressief.’

Knecht, alleen is geen dagboek in de enge zin ervan. Het is dat slechts deels. Het bevat daarnaast teksten die Bakker schreef voor zijn weblog, een enkele lezing, interviews en wat losse stukken voor speciale uitgaven. Bakker kan heerlijk eerlijk zijn. Zo was het zijn droom om nog eens een deel in de reeks privé-domein te verzorgen. Dus stapte hij op de uitgever af en wist die te overreden. Dat werd Jasper en zijn knecht. Een succes, dus een vervolg? Daarover: ‘Twee jaar geleden begon ik aan iets wat een tweede Privé-domeindeel had kunnen worden. Ik hield er na een paar maanden mee op. Ik ontdekte dat ik niet zomaar een dagboek kon bijhouden, dat sloeg nergens op. Ook voor een Privé-domeindeel heb je een kapstok, noem het voor mijn part een thema, nodig. Op de een of andere manier is een rode draad belangrijk.’

Sindsdien heeft Bakker al tweemaal een ‘rode draad’ gevonden. Zijn geestelijke gezondheid in dit boek en het overlijden van zijn vader en het ouder worden van zijn moeder in het inmiddels verschenen Moeder, na vader. Ga zo door, zou ik zeggen.

Gerbrand Bakker / Knecht, alleen / privé-domein, nr. 309 / 287 blz / De Arbeiderspers, 2020