De ‘depressie’ staat ditmaal centraal. Maar daarnaast zijn er genoeg gelegenheden en momenten waarbij Bakker zich aan het rotgevoel weet te onttrekken en kan genieten. Zo leest hij al voor de vierde keer Het Bureau van J.J. Voskuil. Die reeks staat in zijn boekenkast in zijn huis in Schwarzbach, een gehucht in de Eifel. Voor hem is dat het mooiste boek ooit geschreven in de Nederlandse taal: ‘Ik heb het nodig nu: Voskuil als troostlezen, een bekende en veilige wereld waarnaar ik elke avond kan terugkeren. Boeken die feitelijk nergens over gaan maar o zo mooi zijn, en zo mooi kaal geschreven. Met humor ook.’ En: ‘Aangenaam aan Voskuil is dat hij het woord “gedeprimeerd” gebruikt en niet depressief.’
Knecht, alleen is geen dagboek in de enge zin ervan. Het is dat slechts deels. Het bevat daarnaast teksten die Bakker schreef voor zijn weblog, een enkele lezing, interviews en wat losse stukken voor speciale uitgaven. Bakker kan heerlijk eerlijk zijn. Zo was het zijn droom om nog eens een deel in de reeks privé-domein te verzorgen. Dus stapte hij op de uitgever af en wist die te overreden. Dat werd Jasper en zijn knecht. Een succes, dus een vervolg? Daarover: ‘Twee jaar geleden begon ik aan iets wat een tweede Privé-domeindeel had kunnen worden. Ik hield er na een paar maanden mee op. Ik ontdekte dat ik niet zomaar een dagboek kon bijhouden, dat sloeg nergens op. Ook voor een Privé-domeindeel heb je een kapstok, noem het voor mijn part een thema, nodig. Op de een of andere manier is een rode draad belangrijk.’
Sindsdien heeft Bakker al tweemaal een ‘rode draad’ gevonden. Zijn geestelijke gezondheid in dit boek en het overlijden van zijn vader en het ouder worden van zijn moeder in het inmiddels verschenen Moeder, na vader. Ga zo door, zou ik zeggen.
Gerbrand Bakker / Knecht, alleen / privé-domein, nr. 309 / 287 blz / De Arbeiderspers, 2020