donderdag 19 december 2019

Vertalen is een kunst

Vertaler Hans Boland is van mening dat zijn vak niet alleen een ambacht is, maar ook een kunst. Dat betoogt hij in ieder geval in een boekje met de opvallende titel Hij kan me de bout hachelen met zijn vorstendommetje. Over Anna Karenina en de kunst van het vertalen. De aanleiding tot het schrijven ervan vormde de nieuwe vertaling van de befaamde roman van Lev Tolstoi die Boland in 2017 publiceerde (zie dit blog, 14 augustus 2018). Nu verscheen Anna Karenina al in 1877, een kleine anderhalve eeuw geleden dus. En werd de roman al enkele keren eerder het Nederlands vertaald. Dus waarom nu een nieuwe vertaling, én waarom tegelijkertijd dit hartstochtelijke pleidooi voor Bolands manier van vertalen?

Je staat er misschien niet zo vaak bij stil, maar een groot deel van de wereldliteratuur is voor de meesten van ons Nederlanders niet te lezen in de oorspronkelijke taal. Engels zal nauwelijks een probleem zijn, maar bij Duitse en Franse schrijvers grijpen we al vaker naar een vertaling – ik spreek voor mezelf.  Slechts een enkeling zal meer talen machtig zijn. Van een groot deel van die wereldliteratuur verschijnen dan ook sinds jaar en dag vertalingen. Voor de goede orde: We hebben het dan over literaire vertalingen, niet over vertalingen van non-fictie, vakliteratuur, artikelen etc. Dat onderscheid is wezenlijk. De non-fictie en aanverwante zaken beogen in de eerste plaats informatie over te brengen, terwijl bij literair werk vaak een heel complex aan andere, minder grijpbare factoren een rol speelt in de beleving ervan. Dat vraagt om een andere aanpak.

De vertaler van literaire werken heeft de keuze tussen zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst te blijven dan wel een vrijere aanpak te hanteren om de ‘ziel’ van het boek optimaal te bewaren in de vertaling. Boland gaat uitgebreid in op beide ‘scholen’, en laat aan de hand van vergelijkingen tussen zijn eigen vertaling van Anna Karenina en eerdere vertalingen zien wat die verschillende benaderingen betekenen voor het verhaal. Zelf is hij voor de vrijere aanpak, voor de ‘kunst van het vertalen’. Dat die vrijere aanpak soms in een kwade reuk staat, zeker bij puristen, realiseert hij zich. Het kan daarbij ontzettend fout gaan. Hij verweert zich daartegen door uitvoerig in te gaan op keuzes die hij heeft gemaakt tijdens het vertalen van Tolstois meesterwerk, van hele simpele zaken tot heel wezenlijke en soms vergaande oplossingen. Hij is daarin heel transparant. Dat, en het plezier waarmee ik vorige zomer de door hem vertaalde roman las en ruim duizend bladzijden geboeid bleef maken dat hij mij overtuigt.

Noem dan eens wat voorbeelden, zult u zeggen. Nu, deze dan maar. Een vrij radicale. In Anna Karenina (boek 6, hoofdstuk 29) beschrijft Tolstoi een vergadering van vorsten en landheren ergens op het platteland. Tijdens die bijeenkomst gaat een afwezige landheer over de tong. Een van de heren zegt over hem ‘Ik spuug op hem en zijn vorstendom’. Dat is de letterlijke vertaling, waarmee je dus dicht bij de tekst van Tolstoi blijft. Boland kiest in zijn vertaling voor een andere oplossing: ‘Hij kan me de bout hachelen met zijn vorstendommetje.’ De betekenis is gelijk gebleven, terwijl het Nederlands overtuigender en natuurlijker klinkt dan in de letterlijke vertaling. Winst op beide fronten.

Hans Boland
Hij kan me de bout hachelen met zijn vorstendommetje. Over Anna Karenina en de kunst van het vertalen
118 blz
Uitgeverij Pegasus