donderdag 11 januari 2018

Losers met een hoge aaibaarheidsfactor

Isebrand Schut is een man met ‘enige afstand tot de maatschappij’ zoals dat tegenwoordig in het welzijnsjargon zo treffend wordt omschreven. Hij is vierendertig en werkeloos. Hij werkte tot voor kort bij een callcenter maar is daar vertrokken toen zijn nieuwe cheffin – Manja van der Ziel, dertig, ex-hockeykeepster, een vrouw met een carrière, niet lullen maar doen – zijn leven te veel ging beheersen. Sindsdien knoopt hij de eindjes aan elkaar met behulp van een uitkering en een parttime baantje als ‘toiletjuffrouw’ in een ondergrond openbaar toilet in de stad Groningen met de toepasselijke naam Metro. Isebrand woont om de hoek ervan, aan het A-Kerkhof. Ondanks zijn tot nog toe niet heel succesvolle loopbaan is Isebrand gezegend met een rijk gevoelsleven. Al is het er wel een waarin de tobberigheid overheerst: ‘Isebrand huiverde tot op het bot. De overweldigende gedachte dat de hele wereld ijskoud en liefdeloos was, vol valkuilen en schrijnende verborgen ellende, vervulde hem met zwarigheid en iets wat wel pure doodsangst leek.’

Isebrands sociale netwerk bestaat hoofdzakelijk uit mannen als hij, die hij kent omdat ze deelnemen aan de door hem opgerichte zelfhulpgroep Man&Post. Tijdens de bijeenkomsten van die groep openen de leden de door hun meegebrachte post. Of laten die, wanneer ze vermoeden dat de inhoud van de enveloppe een naar bericht bevat, of een aanmaning, door een van de anderen openen. Waarna de groep bespreekt hoe de geadresseerde het beste kan omgaan met het ontvangene. De deelnemers zijn vrijwel zonder uitzondering eveneens mannen met enige afstand tot de maatschappij. Ene Jean-Luc heeft een bijstandsuitkering waarop door zijn eigen nalatigheid is gekort, en is daarom een wietplantage begonnen waar hij vanwege het gevaar van ontdekking nu vanaf wil. Of neem Sylvio, die bivakkeert in een gammele stacaravan op het terrein van cavia-opvang Beertje op het Groningse platteland maar ervan droomt veejay te worden in het Groningse uitgaansleven. De handvol mannen zijn bij  Valens stuk voor stuk karakters geworden die je bijblijven. ‘Losers’ met een hoge aaibaarheidsfactor. 

Alles verandert voor Isebrand wanneer Cornelis Meckering toetreedt tot Man&Post. Meckering is een succesvolle zakenman, zeer vermogend en een echter ‘doener’. Hij verbijstert de leden van Man & Post met zijn uitleg over zijn kapitale bezittingen – alles in bezit van de BV Meckering Consultancy. Ook heeft hij goede ideeën voor de organisatie van de groep en komt hij met een nieuwe postbak, de ‘Maserati onder de postbakken’. Meckering neemt Isebrand in dienst als assistent bij het schrijven van een boek over het voorvoegsel Ont. Dat moet het boek Ont- worden.

Het boek Ont is het eerste boek dat ik las van Anton Valens. Het was even wennen aan de speciale humor. Die is droog, ironisch en soms zwartgallig. Het boek is doortrokken van het besef van de zinloosheid van het leven. In de handen van Valens leidt dat tot mooie melancholieke mijmeringen. Hij weet ook meesterlijk scènes te schrijven die je nooit meer zult vergeten. En zinnen te componeren die je direct wilt herlezen en die je na vijf keer nog steeds mooi vindt, of iedere keer mooier. Dat vond ook de jury van de Tzum Prijs, die Het boek Ont in 2013 de prijs voor de beste literaire zin toekende. Dat is tevens de openingszin van het verhaal: ‘Het was dinsdagavond kwart voor acht en een van de laatste dagen van oktober in het roemruchte stervensjaar van de gulden, dat schitterende, harde betaalmiddel met zijn waaier van kleurige biljetten als de staart van een paradijsvogel, dat met goedvinden van de kroon door de directeur van de Nederlandse bank verkwanseld werd voor een grauwe eenheidsmunt waar er al zoveel van zijn en die de ‘euro’ wordt genoemd.’ De prijs bestaat uit een beker en evenveel euro’s als de zin woorden bevat. In dit geval waren dat er 68.

Anton Valens
Het boek Ont
Luisterboek, voorgelezen door Frank Rigter
11 uur en 29 minuten
Rubinstein

Geen opmerkingen:

Een reactie posten