vrijdag 2 juli 2021

De Bijbel, versie 2.0

Guus Kuijer is een alom geprezen auteur van kinderboeken. Dat betekent dat hij creatief is, een eerste voorwaarde voor het schrijven voor kinderen. Het betekent ook dat hij zich bewust zal zijn hoe de aandacht van de lezer te pakken, bij literatuur voor kinderen nog belangrijker dan bij volwassenen. In 2012 werd aan hem de Astrid Lindgren Memorial Award toegekend, de meest prestigieuze prijs ter wereld voor kinderboeken. In datzelfde jaar, hij is dan 70 jaar, besluit hij om de mooiste verhalen uit het Boek der Boeken, de Bijbel, te herschrijven. De verhalen die vaak vrij neutraal - als het ware overgoten met een zaaddodende pasta - zijn geboekstaafd, opnieuw op te schrijven, maar dan met het technische en emotionele instrumentarium van de literaire auteur. Hijzelf noemt dat De Bijbel voor ongelovigen. Na lezing lijkt mij dat wellicht iets te beperkt, gelovigen met een enigszins flexibele morele instelling zouden hier ook van moeten kunnen genieten.

Want Kuijer doet beslist geen godslasterlijke dingen met de Bijbelse verhalen. Toegegeven, hij transformeert de personages in die verhalen tot mensen van vlees en bloed - een purist zou dat tegen de borst kunnen stuiten. Noach wordt een dorpstiran, iemand die zelf overtuigd is van de ramp die onafwendbaar is maar zijn naasten slechts onder bedreiging kan dwingen tot medewerking aan zijn plannen. En die daar dan zelf onder lijdt, haast ten onder gaat aan de onzekerheid met betrekking tot de opdracht die God hem  gaf. En Isaak zou maar wat graag door Abraham zijn geofferd, ware het niet dat zorgvuldige contemplatie achteraf leidt tot de vaststelling dat het beter is dat het is gegaan zoals het is gegaan. Jozef tenslotte, die het brengt tot onderkoning van Egypte en in die functie zijn talrijke broers, eens zijn verraders, tegemoet treedt, is ook een voorbeeld van een zelfstandig denkend mens. Alsof Kuijer Thomas Mann heeft gelezen - wat zomaar zou kunnen.

Lezing van deze herschrijving is een feest. Niet alleen door de professionele wijze waarop de verhalen zijn getransformeerd van stijve Bijbelse vertellingen tot meeslepende menselijke geschiedenissen, maar ook door Kuijers vermogen tot relativeren. Zo roept hij de lezer in meerdere van de introducties tot de verhalen op, na het Bijbelse ‘Selach verwekte Eber, Eber verwekte Peleg, Peleg verwekte ReĆ¼ enzovoorts’, om dit rijtje vooral uit uw hoofd te leren opzeggen, ook in omgekeerde volgorde. Dat is de Bijbelse hersenloze dwangmatigheid.  Nog mooier zijn passages als ‘God zweeg zo lang dat ik bang werd dat ik hem had overbluft met mijn gedachtegang. Het was me langzamerhand wel duidelijk dat je God de mond kon snoeren door zelf na te denken.’ Aan het woord is Adam.

Ik kom vrij laat bij deze wonderbaarlijke reeks. Er zijn inmiddels zes delen verschenen over volgende Bijbelboeken, en zelfs een verzamelbundel met illustraties. Dat is prima, zo heb ik weer iets op het lijstje voor de tweedehands boekenstalletjes.

Guus Kuijer / De Bijbel voor ongelovigen. Het begin. Genesis / 286 blz / Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2012