woensdag 19 november 2014

Liefde, een leven lang

Een echte schrijver durft risico’s te nemen. Dat realiseerde ik mij nog eens tijdens het lezen van Godin, held van Gustaaf Peek. Het is een meeslepend verhaal over de liefde tussen Tessa en Marius. Zij is schrijfster, hij journalist en columnist. Ze ontmoeten elkaar af en toe, maar zijn niet elkaars officiële partners. Tijdens hun ontmoetingen bedrijven zij de liefde, maar je kan wat zij hebben geen affaire noemen, of overspel. Zij hebben elkaar in hun jeugd gevonden en voelden toen aan dat zij bij elkaar hoorden. Die gevoelsverwantschap duurt een leven lang, zal pas eindigen met hun dood. Peek schetst deze geschiedenis in 51 fragmenten. Niet in chronologische volgorde maar achterstevoren, van 51 naar 0. Het is ook een heel zinnelijk verhaal, met – prachtig beschreven - seks in een hoofdrol.

Het verhaal vangt aan met het einde, de crematie van Tessa. Zij heeft Marius vijfentwintig jaar overleefd. De afscheidsdienst vindt plaats in een onpersoonlijke nieuwbouw, langs de snelweg net buiten de stad. In de zaal zitten verspreid wat bezoekers. Niemand spreekt. De begrafenisondernemer voert Tessa’s laatste wens uit, hij leest een aan haar gerichte liefdesbrief voor. Ongetwijfeld van Marius, van lang geleden. Een eenzaam, wat ontluisterend einde van een leven. Maar ook ontroerend, want enkele bladzijden eerder koos Peek als motto voor zijn roman de laatste regels van sonnet 87 van William Shakespeare: ‘Thus have I had thee as a dream doth flatter / In sleep a king, but waking no such matter’. Dat sonnet gaat over afscheid nemen, maar bezingt tegelijk de prachtige momenten die er waren.

Die momenten in de relatie tussen Tessa en Marius bestaan uit afspraakjes in hotels, bij elkaar thuis als de partner er niet is, op reis en tijdens een enkele gezamenlijke vakantie. We maken ze mee, teruggaand in de tijd. Van de latere ontmoetingen, wanneer het heimelijk organiseren ervan een ingesleten routine is geworden, tot het eerste rendez-vous dat voor beiden nog onwennig is. Kort voor die eerste afspraak hebben ze elkaar na jaren weer eens gezien tijdens een borrel. De aantrekkingskracht die tussen hen bestond tijdens hun schooljaren was er nog, merkten zij toen, en zou vanaf dat moment ook niet meer verdwijnen. De verliefdheid is totaal, ze genieten van elkaars nabijheid én elkaars lichaam. De seks is zinnelijk, teder en rauw. Peek beschrijft die scènes heel direct, maar ook heel mooi. Nergens wordt het grof. Het is vaak wel hoogst erotisch.

Marius is de held, Tessa zijn godin. Zo noemen ze elkaar een enkele keer. We volgen van hun beider levens vrijwel uitsluitend de ontmoetingen, wat daarbuiten gebeurt komt hoogstens in de marge aan bod. In de zeldzame fragmenten waarin slechts één van hen beiden optreedt, is die ene vrijwel altijd in gedachten altijd bij de ander. Hun relatie kent stemmingswisselingen. Die worden veroorzaakt door hun beider privéleven of, in het geval van Marius, door een vaag gevoel van ontevredenheid over het verschil in status van hun  beroep, journalist/columnist en schrijfster. Maar dat speelt op de achtergrond, het bolwerk van hun liefde lijdt er niet wezenlijk onder.

Het teruggaan in de tijd heeft een verrassend effect. Als lezer ken je de afloop al, je raakt nu benieuwd naar de oorzaken. En natuurlijk naar het allereerste begin. Tessa en Marius krijgen gaandeweg een meer onbevangen karakter, zij ervaren hun ontmoetingen als spannender omdat die steeds nieuwer zijn. De vraag waarom twee mensen het grootste deel van hun leven op deze manier geestelijk en lichamelijk aan elkaar verslaafd blijven wordt prachtig beantwoord in de slotpassages over hun tienerjaren.

Godin, held is zo’n leeservaring die ik maar af en toe heb. In dit geval kwamen het onderwerp, de structuur van het verhaal en de schrijfstijl zo mooi bij elkaar dat ik binnen een half uur verkocht was. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten