Want wat beoogt Waterdrinker met dit boekje? Er is een rode draad die de boel losjes bijeenhoudt: het manuscript van een kookboek waaraan Julia in Sint-Petersburg ooit is begonnen maar dat na de verhuizing naar Frankrijk door haar diep is weggestopt. Koken in de Tsjaikovskistraat wilde ze het noemen. Met daarin onder andere het recept voor citroenkip, een gerecht dat ‘als het aan monsieur Waterdrinker ligt, eet hij het iedere dag’. Waterdrinker probeert Julia over te halen aan het kookboek verder te werken, maar zij heeft daar weinig zin in. Daar zullen de omstandigheden debet aan zijn, maar vermoedelijk ook het feit dat zij, tijdelijk wonend in Frankrijk en een bevlogen kok, vooral Frans wil eten, met verse Franse ingrediënten die ze koopt op de markt in het dorp, en heerlijke Franse wijn. Dát is immers haar nieuwe leven. Het verheerlijken van die traditionele Russische recepten voelt voor haar enigszins als je wentelen in weemoed – meen ik tussen de regels door te lezen.
Tussen alle dagelijkse projectjes door strooit Waterdrinker met herinneringen aan zijn jeugd in Zandvoort, waar zijn ouders een restaurant annex hotelletje hadden. Zijn vader was daar de chef, daar moet Waterdrinkers voorliefde voor lekker eten vandaan komen. De aardigste herinneringen zijn die aan zijn vriendje Roland, die van zijn vader een paard en een kar kreeg kreeg om daarmee deel te nemen aan Romeinse wagenrennen op het circuit van Zandvoort. De elfjarige Pieter droomde ook van een huisdier, hij wilde graag een kip hebben. En die houden in een zelfgebouwde ren naast de stal van het paard, die in een min of meer verborgen duinpan stond. Maar het bleef bij een droom. Een mooi verwoordde verhaallijn.En verder biedt het boekje een bonte mengeling van kleine en nog kleinere verhaaltjes: een (flits)deelname aan een door de schrijver Jaap Scholten georganiseerde bevoorradingstocht naar Oekraïne, samen met Olaf Koens en Tommy Wieringa; een bezoekje, met Julia, aan Ilja en Caroline Gort op hun wijnkasteel, en zo nog wat. Het dagelijkse leven van een schrijver die heeft besloten even in de luwte te leven.
Mocht je echter gaandeweg het vermoeden krijgen dat Waterdrinker voor dit boekje zijn literaire prullenbak heeft geleegd, dan zit je toch wel fout. Op weg naar de Gortjes, die in de buurt van Bordeaux wonen, vervullen Pieter en Julia een oude wens: een bezoek aan het kasteel waar Michel de Montaigne in de zestiende eeuw zijn beroemde Essais schreef. In een stille torenkamer, uitkijkend over het landschap. Montaigne had zich teruggetrokken uit de politiek, was geen publiek figuur meer maar gewoon weer zichzelf. Zijn Essais, bespiegelingen over van alles en nog wat, zijn dan ook doortrokken van een flinke scheut persoonlijke diepgang. Hij wordt tegenwoordig beschouwd als de vader van het moderne essay.
En daar, in die stille werkkamer van Montaigne, waar Pieter zich even heeft onttrokken aan de rondleiding, ligt de sleutel tot het begrijpen van dit boekje wanneer hij mijmert: ‘Het essay waarvan Montaigne de vader was, dit probeersel tot het verkrijgen van zelfinzicht, was als een soep waarin je van alles kwijt kon, zolang het geheel der ingrediënten maar enigszins in balans was. Herinneringen aan je lagere school- en studententijd, aan je ouders, aan een ooit begeerde kip, aan je leven daarna, toevallige ontmoetingen, reizen, dat wat je onlangs had gedacht en beleefd, nu dacht en meemaakte: alles kon je erin kwijt’. Waterdrinker als een hedendaagse Montaigne, vanuit zijn boerenhoeve uitkijkend over het heuvelland…
Pieter Waterdrinker / Citroenkip op zondag. Met recepten van Julia Klotchkova / 112 blz / Nijgh & Van Ditmar, 2023