zondag 8 december 2019

Maarten 't Hart doorgelicht

Tot voor enkele jaren schreef ik boekbesprekingen voor de website Boekenbijlage.nl. In 2014 bedacht de webmaster daarvan, Pieter Feller, dat het aardig zou zijn om voor die site Maarten ’t Hart te interviewen. En omdat ik nog weleens een boek van hem besprak, viel mij die eer te beurt. Ik stuurde een lijstje met vragen aan ’t Hart en ontving per kerende mail de antwoorden. Naast nogal voor de hand liggende vragen had ik ook wat meer prikkelende bedacht. Zo ook de vraag wat hij zou doen als er iemand zou aanbellen die zijn biografie wilde schrijven. Het antwoord was nog afwijzender dan ik had ingeschat: “Er heeft hier nog geen biograaf aangebeld. Zou er een aanbellen, dan wordt hij (of zij) niet binnengelaten. Wel zou ik zijn naam en adres noteren en vervolgens zou ik contact opnemen met een huurmoordenaar.” Stevig, niet?

Het geeft een idee van de hobbels die Elsbeth Etty heeft moeten nemen om ’t Hart zover te krijgen mee te werken aan haar boekje Minnebrieven aan Maarten. Over Maarten ’t Hart en zijn oeuvre. In de proloog doet ze verslag van haar pogingen door hem te worden toegelaten tot zijn wereld. Het werden uiteindelijk een uitvoerige briefwisseling en gesprekken waarin zij “zonder omwegen mijn visie en de vragen die de verhouding leven en werk bij mij oproepen, aan hem kon voorleggen.” Ze herlas daartoe het gehele oeuvre van en alle secundaire literatuur over de schrijver. Die basis, en de ogenschijnlijk openhartige wijze waarop ’t Hart inging op haar vragen, hebben een boekje opgeleverd dat voor een volger als ikzelf toch allerlei feitjes en ook wat nieuwe inzichten oplevert. De titel ervan, Minnebrieven aan Maarten, ontleent Etty aan een boek van een van haar helden: ‘een arabesque van aandoeningen’ – ‘zoals Multatuli de veelheid van informatie, belevenissen, analyse en emotie betitelt in zijn prachtige Minnebrieven’.

Welke onderwerpen snijdt Etty aan? Allereerst gaat ze met hem naar Maassluis, het toneel van veel van zijn werk. Het ‘waarheidsgehalte’ van die plek intrigeert haar. Vervolgens zaagt ze hem door over zijn relatie tot zijn vader, tot zijn geliefde schoolmeester meester Mollema en zijn neiging om zich verkleed als vrouw in het openbaar te begeven. 't Harts reactie is hoogst interessant, moet ik zeggen. God wordt vervolgens door Etty onder vuur genomen. ’t Hart schrijft al decennia over zijn afvalligheid, maar het is interessant om te lezen hoe hij op de vragen van Etty reageert.  De polemist ’t  Hart komt als laatste aanbod. Eigenlijk laat hij in debatten over allerlei onderwerpen zien dat de kunst van de polemiek voor hem wezenlijk deel uitmaakt van de polemiek zelf, en in sommige van die debatten misschien wel de boventoon voert.  Zoals in de stukken waarin hij de draak steekt met het feminisme. Waarmee we weer terug zijn bij zijn visie op de vrouw. En bij zijn travestie. Dát is het aantrekkelijke van deze bundel en de aanpak van Etty. Bij ’t Hart heeft alles met alles te maken. En Etty weet de vinger precies op de zere plek te leggen. Of hij op al haar vragen naar waarheid heeft geantwoord? Daarvoor durf ik mijn hand niet in het vuur te steken.

Elsbeth Etty
Minnebrieven aan Maarten. Over Maarten ’t Hart en zijn oeuvre.
152 blz
De Arbeiderspers