zondag 14 april 2013

De weg naar het koningschap



Jan Hoedeman en Remco Meijer schrijven voor de Volkskrant over het Koninklijk Huis. In 2004 verscheen van hun hand het boek Vrouwen van Oranje. De nieuwe prinsessen en de monarchie. In 2010 publiceerden zij Willem IV. De biografie, op dat moment de meest volledige biografie over de kroonprins. Van dit boek verscheen nu een bijgewerkte versie. Met een deels herziene titel, want Willem-Alexander koos ervoor als koning zijn eigen naam te behouden, en niet als Willem IV aan te sluiten bij zijn mannelijke voorgangers uit de negentiende eeuw. Daarom nu de titel Willem-Alexander. Van prins tot koning. De biografie.
Een biografie schrijven van iemand die pas midden veertig is, is niet eenvoudig. Veel gebeurtenissen liggen pas kort achter ons, waardoor reflectie daarop of een historische analyse ervan nauwelijks mogelijk is. Dergelijke biografieën monden dan al snel uit in een chronologische opsomming van de gebeurtenissen in het leven van de hoofdpersoon.
De auteurs hebben hier echter voor een min of meer thematische opzet gekozen, waardoor die valkuil wordt vermeden. Het boek begint met de perikelen rondom de verloving en het huwelijk van Willem Alexander en Maxima, daarna volgen hoofdstukken over de jonge jaren, de prins als student en zijn groeiende betrokkenheid bij maatschappelijke ontwikkelingen. Hoedeman en Meijer citeren ruim uit de bijna honderd gesprekken die zij hebben gevoerd met mensen uit de omgeving van de prins. Daardoor heeft de tekst vaak het karakter van een levendig ooggetuigenverslag, wat heel prettig leest.
Die gesprekspartners zijn enerzijds mensen die gedurende lange tijd met de prins te maken hebben gehad, zoals zijn particulier secretaris Jaap Leeuwenburg, maar veel vaker ook personen die incidenteel met hem in contact kwamen. Zo doorliep Willem Alexander, nadat hij in Leiden zijn studie geschiedenis had afgerond, een door Herman Tjeenk Willink bedacht oriëntatieprogramma waarbij hij informele bezoeken bracht aan tal van maatschappelijke sectoren zoals de rechtshandhaving, het bedrijfsleven en de museumwereld. Een autoriteit uit zo’n sector werd dan gevraagd het programma in te vullen. Floris Maljers, oud-topman van Unilever, nam de kennismaking van de prins met het bedrijfsleven voor zijn rekening, terwijl de kunst aan Henk van Os, hoogleraar en oud-directeur van het Rijksmuseum, werd toevertrouwd.
Door hun uitvoerige onderzoek en zorgvuldig geschreven tekst slagen de auteurs erin een helder en genuanceerd beeld te geven van de prins en zijn voorbereiding op het koningschap. Hoe hij zijn rol als koning zal invullen en welke plaats hij zich daarmee verwerft in de Nederlandse samenleving moet nog blijken, maar ik vond het zinvol dit boek te lezen om de persoon van onze nieuwe koning iets beter te leren kennen. Een aanrader.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten